Verzamelde gedichten(1887)–Julius Vuylsteke– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] [Deel 1] Zwijgende liefde Een liederkrans 1856-1857 (Eerste druk, 1860) [pagina 3] [p. 3] I Ik neurie en tjilp als een veugelken, ik die haast donderend sprak; 'k lig neer met een pluimloos vleugelken, ik die naar de wolken stak. 'k Wil blaten zoo zacht als een lammeken het op zijn beste wel doet: - er brandt in mij een vlammeken, dat smelt mijn harde gemoed. Die min was te groot om mijn harteken alléén te zijn bekend: ik wilde vertellen mijn smarteken, en 'k zocht naar een' confident. [pagina 4] [p. 4] 'k Zocht lange naar een vrindeken, en ach! ik vond er geen... - Thans klaag ik alles aan 't windeken, die 't voortzegt aan elkeen. Vorige Volgende