Uit het studentenleven en andere gedichten
(1868)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij
[pagina 154]
| |
[pagina 155]
| |
Gij, wier bevallighedenkrone
als een gezegende aster lonkt;
wier helder vuur der glansende oogen
verlicht, verwarmt, verheft, verjongt;
Ontvang dit oogstje van gezangen
dat in een needrig brein ontlook:
de vlamme, die gij hebt ontstoken,
biedt u de schatting van haar' rook!
Hij klimm' tot U, gelijk de wierook
dien op 't altaar de priester brandt,
en die tot aan de Godheid opklimt,
als heil'ge, geurige offerand!
|
|