Uit het studentenleven en andere gedichten
(1868)–Julius Vuylsteke– Auteursrechtvrij
[pagina 78]
| |
[pagina 79]
| |
Men zegt dat de mensch alras
daar ouder wordt en ouder,
de hersens al meer bedaard,
en 't harte kouder en kouder.
Men zegt dat het hoofd algauw
daar grijzer wordt en grijzer,
het bloed in de aderen lauw,
de gedachten wijzer en wijzer.
Doch, moet gij verkoelen uw hart
bij positieve zorgen,
kijk soms naar 't gisteren om,
toen gij niet dacht aan morgen.
En moet gij verdroogen uw' geest
op drooge punten van rechten,
denk steeds aan 't goede recht
waarvoor wij, Vlamingen, vechten.
En hebt gij ook jongens eens
die niet houden van blokken of sparen,
geef geld en vrijheid, mijn vriend,
en denk aan uw jonge jaren.
| |
[pagina 80]
| |
Hou steeds een hoekje in uw hoofd
voor jeugd en jonge menschen...
Ziedaar wat, bij voorspoed en eer,
ik als 't meeste geluk u kan wenschen.
Proficiat dan! mijn vriend,
en heil in uw doctorsleven!
Dat heeft u mijn hart gezeid,
vóór ik het nog had geschreven.
|
|