Der matroosen ghesontheydt, ofte de goede dispositie der zee-varende ende alle andere lieden
(1663)–Abraham Lenertsz Vrolingh– Auteursrechtvrijwaer in ghehandelt wordt, nevens andere sieckten, den matroosen ghemeen ende oock alle menschen: vanden aerdt, nature en eyghenschap des scheur-buycks: anders schimmelsieckte ghenaemt. Van haer name, oorspronck, wesen ende curae
Dat II. Capittel. Vande Teeckenen waer by men de Schimmelinghe bekennen en weten sal, hoe verre de Sieckte gecomen is.AL hoewel het niet seer noodigh is, vande Teekenen in't Particulier te handelen, om dat de wijt-swervende Zee-man die meest alle wel bekent sijn, hoedanighe Teeckenen de Schimmelinghe met sich sleept, soo sal ick nochtans om ord're te houden, dese Sieckte met hare Teeckenen ordentlijck beschrijven, en by elck teeken goede redenen geven, hoe wijt en verre dat dese Sieckte in-gedronghen sy, ten eynde op dat de Zee-man sulcx wetende: hem mach reguleren in't gebruyck der middelen die wy in ord're elck teeken hebben toe-ge-eygent. Om dan de teeckenen ordentlijck aen te wijsen, sal ick u met een goet Fondament die te verstaen geven, in't Exempel van een stuck gesouten of ander gesoden, gebraden Vlees, 'twelck sich tot schimmelen begeven: ende al-reets daer in gevallen is, hoedanig en met wat teeckenen dat het begint ende eyndight, het welck aldus geschiet. So wanneer ghy hebt een stuck gesouten of ander Vleesch, Ga naar margenoot+ 'twelck by menghel van Sout | |
[pagina 6]
| |
sich tot schimmelen wil begheven, soo sal het voor eerst beginnen te stincken, het welcken met Sout noch vry een tijt kan op-gehouden werden, dat het niet veerder en gaet, ende niet dieper in en breke, Ga naar margenoot+ hoewel den stanc niet geheel en kan wech genomen worden, het twede teecken is, Ga naar margenoot+ een Bruyne veranderinghe en meerdere stanck vermenght, met een stinckende slijm in dat selve Vleesch, waer door het sijn eygen form en ghestalte verliest, keert sich om, ende soo het dan voor gaet, Ga naar margenoot+ soo begint het wit en ruygh te beslaen, gelijck een ruyge Rijm oft Rijp, die 't Gras en d' Aerde bekleet, ende gants een ander: of een Witte Rock aen-treckt, ende dit soo sijnde: soo en is het verdorven vleesch door geenderley Middelen wederom goet, en op sijn vorige ploy te brengen, even soodanigh isset oock gelegen met den mensch. Want als den mensch begint te Schimmelen, Ga naar margenoot+ soo is sijn eerste en voornaemste Teecken, dat hem sijn Asem seer vuyl en leelijck begint te stincken, al het welck wel in alle menschen altoos en tot allen tijden is even gemeen, de wijle niemant sonder stanck en kan sijn of leven, aengesien den gantschen Mensch niet anders en is als een stinckende Poel, vol stanck en vuyligheyt, maer dese stanck die een voor bode is van Schimmelen, is geheel een ander stanck, Ga naar margenoot+ als de ghemeyne stinckenden Asem, die alle menschen gemeen is, maer het is gants een schimmelige reuck, die van anderen stanck wel te onder scheyden is, voor die ghene diese kent, hoewel datse dickwils door een anderen reuck of stanck, Ga naar margenoot+ soo vervalscht kan werden, datse by na niet wel en is te bekennen daerse anders nochtans kenbaer genoech is wanneerse maer al- | |
[pagina 7]
| |
leene gaet: Maer door Thoback stanck, door de stanck uyt een holle Kiese, door de stanck die uyt de Maghe apart ende ordinaris comt, wertse dickwils soo vervalscht datse niet wel alleen kan onderkent worden, want de schimmelige lucht, Ga naar margenoot+ die ontstaet alleen uyt een vuyle stinckende quaden damp, die uyt de Mage opwaerts dringht ende ten monde uyt-gaet, die veeltijdt en besonder des nachts, de mont seer slibberigh en slijmerigh maeckt, en seer dick en drooge doet aen setten, met een seer on-aengenamen reuck, des Menschen vuyligheyt niet seer onghelijck. Dese quade lucht is alleen de eerste en voornaemste voor-bode en aen-wijsinge vande Schimmelinge: Ende geeft ons te verstaen, Ga naar margenoot+ dat de Maghe geheel van sulcken schimmeligen wesen gants door-drongen ende in-ghenomen is: Selfs oock soo, dat haren door-ghedrongen stanck penetreert tot aende Longe, die des Adems bewegerig. Desen selven schimmelighen stanck, dewijlse maer is een verdorven vluchtighe Mercuriale damp die alle d'inwendighe partyen, Ga naar margenoot+ Lever, Milt, Longe, etc. door-dringende besmet, ende allerley quade Humeuren met sich sleept, om datse geduyrigh ten monde uyt-gaet sonder op-houden, en besmettelijck sijnde grijptse het Tant-Vleesch, ('twelck soo edel niet en is als de Tongen) eerst aen, Ga naar margenoot+ ende besmedt het selve evengelijck de Mercurium of Precipitaet te veele in't lijf in-genomen, het Tand-Vlees eerst aen tast, Corrumpeert ende besmet, maeckt het Vlees vuyl ende Blaeuw, ende de Tanden los en Swart, met eenigh gheswel of dickte in't Tant-vlees, Ga naar margenoot+ het welc met een stuckjen Gouts inde mont in te houden, kan werden geholpen, | |
[pagina 8]
| |
ende sulcx dickwils herdaen treckt de Precipitaet ten monde uyt, ende het Goudt dat wort bleeck en wit, 'twelck met vier wederom Root ende suyver wert gemaeckt. Maer het vuyle Tand-vleesch van schimmelinge ghecomen, Ga naar margenoot+ is met gheen Gout in Mont te houden, goet te maecken, maer daer moeten noch naerder middelen toe genomen werden so hier na breeder volgen sal. Dese teeckenen in den mensch merckende geeft ons onghetwijfelt te verstaen, dat die mensch die soo gestelt is begint te schimmelen, ende dat de schimmel door ghedronghen is tot aende Longhe, maer soo lange de mensch niet droevigh noch onlustig en wert, soo is hy noch lichtelijck te helpen, 't zy met eenige Sout geesten of Aromatique middelen, ofte met dit eenige middel alleen. Neemt Caneel en Muscaten elc een dragma, Ga naar margenoot+ Nagelen een schrupel, en Lapis Brunel een half dragma, Suycker een loot, hier van geeft een dragma in France Wijn, ofte eet het smorgens op met Oly en Broot, of Broodt met Honigh, soo't uw dan ghebeuren mach, Ga naar margenoot+ ende wasschet u Tand-Vleesch met Honigh-water, daer wat Spiritus salis in zy, of maeckt het amper met Spiritus Sulphuris, of Spiritus Nitri. Maer soo ghy bemerckt dat den Patient gants droevigh en onlustigh begint te worden, Ga naar margenoot+ so en is niet alleen de Lever, de Longe en Milt, maer oock selfs het Herte met sulcke stinckende dampen gelijc als bedwelmt, ende het bloet (in welcken de levende Geest haer woninghe heeft) is mede daer van besmet en in-genome, alsoo dat sich de levende kracht bedroeft ende vertraecht, al het welck om te remedieren en | |
[pagina 9]
| |
te helpen, men na desen de Cure sal beschrijven. Ende dese dry teeckenen stellen in het eerst deel, Ga naar margenoot+ en betreckense in het eerste Lit der teeckenen, gelijck volgen sal, ghy moet hier toe ghebruycken ende hebben, Bloet-suyverende en Hert-sterckende middelen, gelijck als met Extractum van Safraen, van Caneel en diergelijck, als oock van Mirrhae ende Aloe. Het vierde teecken ende het eerste dat in het ander deel of graet der teeckenen behoort, Ga naar margenoot+ is (soose in ord're malkanderen volgen) Quaden Appetijt, het welck ontstaet uyt de viscose Humeuren ende den tayen slijm, die (sich in de Mage aen-voert) meer uyt de verdorven, als uyt versche gesonde spijs ontstaende, om dat de verdorven spijse hare levende wesen verlooren hebbende, sich selven in een slijmigh wesen al begeven heeft, ende oversulcx meerder slijm als de gesonde kost van sich werpt, waer mede de Maghe vervult sijnde geen lust noch treck en kan scheppen, in alsulcx: daer van sy ghelijck als geheel vervult is. Dese verdorven slijm geduyrig inde Mage leggende, geeft eyndelijck door gestadigh koocke een quade voetsel, soo in't Bloet als Vlees, Ga naar margenoot+ die oock meer is een Lichamelijcke als geestelijcke kracht, ende over sulcx soo isset oock meer sinckende als drijvende, dat is: sy is meer ghenegen beneden inde Beenen neer te sacken, als in't hooft op te klimmen: Ende dewijl doch desen slijm voort comt uyt een schimmeligh en krachteloos wesen, dat alreede sijn Spirituale wesen verlooren en af-gheleyt hebbende, maer een stinckende en slijmerigh Corpus behouden heeft, is goet te verstaen datse oock maer geeft een stinckende slibberighe decoctie en Nutri- | |
[pagina 10]
| |
ment, het welck sich inde leden selfs in het Vleesch vertoont soodanig als het is, te weten, het verthoont sich inde Beenen met een dicke sucht, die niet waterig en is maer tay en slijmigh, alsoo datse eyndelijck door dien se haer overvloedigh in 't Bloet en Vleesch vertoont, ende meest neer-waerts inde beenen neder sinckt de wijle se swaer is, Ga naar margenoot+ soo geeftse eyndelijck oock een schimmeligh teecken, 't welck sich Blau of Bruyn verthoont in 't Vleesch, gevende te verstaen, dat de Nature, ja selfs het vleesch vanden Mensch, sich tot schimmelen schickt en begeeft, al het welck altemael alleen ontstaet uyt de schimmelighe spijsen, van welcken de nature vervult sijnde: oock schimmeligh wort, ende vertoont sich oock na den aert van schimmeligh Vleesch 'twelck tot schimmel sich begeeft. Ende uyt kracht van dese schimmelige Materie die in de Beenen zuchtigh en vleckigh sich vertoont, Ga naar margenoot+ soo werden de leden ende knyen al om de Enckelen stijf ende stram, om dat sich de Materie (om de leden leghende) vast maeckt, Coaguleert en strempt, ghevende sulcke lammigheyt en strammigheydt in de Leden, besonder inde knien, dat den Patient niet wel de trappen op climmen kan, ende dese vier teeckenen stelle ick inde tweede graet der teeckenen, ende wanneer men dese teeckenen dus verre aenden mensch merckt ende neemt dan is men versekert dat de schimmelige door-gedronghen is tot in het diepste van 't Lichaem, Ga naar margenoot+ selfs in Senuwen, Musculen, Bloet, Vleesch ende huyt ick swijghe de inwendighe partien, die de gantsche schimmelinghe soo in genomen heeft dat de mensch aen sijn Lichaem by na niet en heeft dat reyn ende vande Schimmel onbesmet zy, | |
[pagina 11]
| |
uyt-ghesonder de Hersenen, Herte, ende de Nieren. De wijle sy een weynigh buyten de ordinare coers der Spijse ende dranck gelegen sijn. Alwaerom oock de Cure van dese zieckte (dus verre gecomen) noch redelijck wel ende goet te ghenesen is, soo wanneermen inde Philosophie een weynigh gheoffent is. Voor de quaden Appetijt kanmen gebruycken de Mage-Pillen ende daer mede purgeren, ende daer nae ghebruyckt dit volghende Dranckjen. De Pillen sijn aldus: Ga naar margenoot+ Neemt vande beste Aloe een loot, uyt-gelesen Reubarber, Gom: Ammoniac, en Cremor tartari elck twee dragma, Guttae-gom vier scrupel, Anys een scrupel, gheeft hier van telckens een dragma wanneer ghy het tot een Massa hebt bereyt. Het Dranckjen is dat ghy: Neemt een Pint schoon stroom Water, Ga naar margenoot+ doet daer by een half-Mutsje Caneel-Water, met dry loot Suycker, maeck het suer met de beste Oli van Vitriol, ende ten besluyte, doet daer by een dragma Elixier van Paracelsus, menght wel onder een, ende ghebruyckt daer van telckens twee Lepels vol. Ick heb meer als vijftigh menschen, met dit dranckje gheholpen van quaden Appetijt: Ia van heele quijninghen, en desperate Schimmelingh. 't Laet onder hondert gheen een ongeholpen of ongetroost voor by gaen. | |
Een ander dat noch beter is.Neemt de gheest van Wijn, Ga naar margenoot+ of goede voorloop vier loot, den Spiritus van Vitriol ende van Swavel elck twee loodt, Sap van Blaeuwe Lelien of van Yreas Wortelen een pont, gheeft hier van een dragma in France Wijn twee lepels vol. Dits een treflijck Recept, het maeckt | |
[pagina 12]
| |
niet alleen goeden Appetijt, Ga naar margenoot+ maer 'tverteert alle Colerijcke en Phlegmatijcke Corruptien, ende verquickt die by na doot sijn. Alsmen 'tlieflijck wil hebben, kanmen, de voor loop eerst op ghestooten Caneel doen om te extraheren, ende de reste kanmen met acht loot Suyker een weynigh op wellen, ende alst kout is, salmen dese uytgetrocken Caneel Wijn, daer onder roeren ende wel dicht bewaren. Het ware te wenschen dat dese Compositie wat eer bekent geweest ware, daer souden misschien so veel arme Sielen, niet hebben gesucht, onder 't Iock der onwetende slocker-wijns, ick meyne Chirurgijns, als nu God betert so dickmael is geschiet. Voor de Sucht inde Beenen is naulijcx beter te bekomen, als ditte: Ga naar margenoot+ Neemt goede voorloop van Anijs een pint, doet daer in Anijs-Oly een half loot, Campher een loot, alst alles gesmolten is soo smert de suchtighe beenen daer mede, ofte maeckt een doeckjen daer in nat ende leght het om de beenen. Het is een experte remedie. | |
Een ander niet min goet als boven.Neemt voorloop van Anijs: Ga naar margenoot+ ofte neemt dese boven staende Spiritus die met Anijs-Oly en Campher is vermenght, doet daer in het Christaline sout van loot, dat licht en subtijl is, in een mutsje een dragma. Oly van Lavas een scrup. besiet of gy oock beter hebt gevonden, het verteert niet alleen de Sucht maer ooc de gestremde slijm die om de leeden leyt. Alsmen daer mede smeert. Ende voor de Blaeuwe vlecken heb ick geen beter gevonden als de Spiritus van Anijs, met de Oly vermenght, daer by wat Extractum van Safraen inghedaen sy, in een Mutsje een scrupel Extractum ende een dragma Campher. | |
[pagina 13]
| |
dit verteert de vlecken. Nota: Alle dese vier teeckenen die daer behoren onder het tweede deel en graet der teekenen, Ga naar margenoot+ daer toe sijn (onder andere middelen hier vooren gestelt) oock seer nodich de Sweet dryvende en bloet suyverende Medicamenten, die ghemaeckt sijn uyt den Mercurium, Antimonium ofte uyt de Wijnsteen. Ofte oock wel het Elixier van Crobly tegen de Peste ghemaeckt, Ga naar margenoot+ doch in heete Landen en dient het soo wel niet, als inde Noorder koude Hoeck, daermen't sonder vreese heel veyligh ghebruycken kan, maer het Diaphoreticum, 'tsy van Mercurium of Antimonium, kanmen in heete Landen met meerder sekerheyt beter gebruycken daer sich een yder na schicken en reguleren kan. Nu volgen noch dry andere teeckenen, daer van de laeste is gants desperaet ende niet wel om te ghenesen. Ende dese worden getelt ende gestelt onder het derde deel en graet der teeckenen, Ga naar margenoot+ daer van het eerste is en Benoude Borst, de welcke ontstaet uyt de Slijmachtighe dampen, die sich Sublimeren ende inde Borst aensetten, ghelijck als Faselkens, ende maeckt de Borst ruych en Wit van binnen, het is een Schimmelighe damp, die vande Mercurium ende van de Swavelachtige dampen, Ga naar margenoot+ door gestadigh uytblasen sich onderweghen inde Borst ende inde Lucht-Roeren setten ende hanghen blijven ghelijck de Roet in: een Schoor-steen, ende uyt dese selve Materie: Heeft oock de Korten Adem haren oorspronc want om dat die Schimmelige damp, Ga naar margenoot+ by ghebreck van Sout ('twelck de nature dan ontbreeckt) soo insonderheyt, Vetachtigh en Mercuriael is, soo isset datse oock dies te meer is | |
[pagina 14]
| |
kleefachtigh, slijmigh en Vet, ende oversulcx aen-hangende, besonder inde Longhe-Pijpen waer doorse geduerigh passerende Faselachtig blijft hangen, wasset ende neemt toe, ghelijck een Rijm in't Gheboomte, dewelcke hoese meer kleeft ende aen-hanght, hoe dat den Asem korter ende de Borst nauwer wert, Ga naar margenoot+ tot dat eyndelijck het Herte ('twelck mede van dese slijmighe roock en damp aen-settende): soo seer vervult, behanghen ende beset wort, dat het Herte gheen versche lucht connende scheppen, eyndelijck dempen en versticken moet. Daerom wanneermen dese twee teeckenen gewaer wert ende den Mensch gheen ontset en kan becomen, Ga naar margenoot+ sal hy't apparent niet seer lange maken, maer neemt met hem een kort eynde, want dan werden de levendighe partyen aengetast ende geraeckt, al de welcke niet veel uytstel en connen gedooghen, om dat de levendige geest, sijnde in sich selven edel ende suyver, gheen oneedele besmettinghe en kan gedooghen lijden noch verdraghen, ofse vliecht daer van, ende verlaet haer vuyle en stinckende wooninghe, en keert tot den oorspronck hares wesens, oversulcx soo is dierhalven nootsaeckelijck hier niet lange te vertoeven, maer kort en goet te helpen op't hoochste noodsakelijck. Hier en helpen oock gheen slechte noch ghemeyne middelen, Ga naar margenoot+ gelijck als Lamoen-Sap, Tamarin ende Orangie-Appelen: Maer hier werden vereyscht krachtige, door-dringende, welgesuyverde Medicamenten, dewelcke meer als ghemeen sijn, als volcht: Neemt Caneel of een ander ghedistileert water, Ga naar margenoot+ of by manghel van dien, oock wel stroom-Water en wijn elck evenveel, doch moet het | |
[pagina 15]
| |
water niet stincken gelijc ordinaer inde Schepen wel gheschiet: Neemt daer van een Pint, maeckt het soet met Siroop van Ysop, ofte twee oncen, doet daer by Extract van Caneel en van Calmus elck een dragma, Oly van Anijs thien droppelen, Lap. Brunel een dragma, daer van geeft een half-Mutsje oft d'helft van een half huperken s'morgens en s'avonts. | |
Een ander dat noch beter is.Neemt France Wijn een Pint, Ga naar margenoot+ Siroop van Althea twee oncen, Spirit. Aromatici een loot, Elixier van Paracelsi een dragma, de suere Spiritus van Zwavel tot dat het amper is, ofte een half scrupel, Oly van Caneel acht droppelen, en Lapis Brunel een dragma, alles wel onder een geroert, ende daer van dry lepels vol t'seffens, morgens en avonts in-genomen, het maeckt niet alleen een ruyme borst ende maeckt de schimmelinghe los, maer 't gheeft oock een wel-rieckende dispositie en goeden Adem. | |
Een dat de beste is van desen al.Neemt Caneel-Water of Calmus-Water ofte alle beyde van elck een half Pint, Ga naar margenoot+ doet daer in Siroop van Ysop en Altheae elck onderhalf once, ofte dry loot Balsum Sulphuris die met Anijs Oly is uyt-getoghen, ende gherectificeert door Herts-hoorn, een half dragma, Caneel-Oly, en Nagel-Oly elck ses droppelen, het Elixier van Paracelsus een dragma, Lapis Brunel een dragma, hier van geeft twee lepels vol s'morgens en s'avonts: dit is by na een Balsem voor de gantsche Natuere, want het ververscht de selve gantsch ongheloovelijck, ende versterckt den mensch oogen-sienlijck. Daer sijn wel verscheyden andere middelen meer, Ga naar margenoot+ die in't stuck van Scheur-buyck Extraordinaer sijn, niet alleen om de mensch te | |
[pagina 16]
| |
Preserveren maer oock om die te ghenesen, de schimmel te verteren, of de Natuere te restaureren, datse ghelijck als vernieuwt en herstelt worden, ghelijck als daer is, de Spiritus vande Speceryen, de Extracten vande selve, als oock de Extracten ende de Olien van verscheyde Gommen, de gheesten van verscheyden Souten, ende de ghezuyverde Souten selve: Maer om dat die dingen noch niet al en ten vollen bekent sijn, noch de bereydinghe, noch het ghebruyck, soo en willen wy de selve oock alhier niet ghedencken, maer laten voor 'tgeen sy sijn. Wy hebben in dese dry Compositien altijdt gheordineert de Lap: Brunel, Ga naar margenoot+ 'twelck besonder daerom is gheschiet, om dat de Brunel Steen insonderheydt seer goet is, eensdeels, om de heete Compositien te temperen, datse de heete Lichamen geen schade en connen doen, ten anderen, om dat oock de Brunel-steen in sich selven de schimmelinge seer tegen is, als dewelcke de Natuere preserveert, gelijck een Sout alles van vuylen bewaert, daer benevens isset oock een edel dingh voor de Maghe, Lever, Milte ende andere inwendighe partyen, ende boven dat, soo wil sich dit Sout veel beter laten vermengen met alle andere Aromatyke Simplitien, beter als eenigh ander Sout, om dattet veel vetter is, ende meer Swavel oft Solpher by sich heeft als de andere Souten, al het welck wel aen-ghemerckt noodsakelijck de schimmelinghe gants tegen, ende volgens dien voor de selve seer goet is. Ende dus veele sy gheseyt vande schimmelinge haer teeckenen en ghemene Curen, Ga naar margenoot+ sijnde de cure geschickt op de teecken. Doch voor het laetste teecken, het welcke | |
[pagina 17]
| |
gheheel disperaet ende niet wel en is te helpen, Ga naar margenoot+ stellen wy de Blaeuwe dick-lippen, en Blaeuwe vleccken in Oogen en aengesicht, het welck is het uyterste en laetste teecken in dese zieckte, het welck nouwlijcks van hondert schimmelde lieden niet een en bereyckt, sijnde veeltijts eer gestorven al eerse dit teecken bereycken konnen. Ende ick seghe dat die Meester, die den krancken by't leven kan behouden tot dat hy dit teecken in hem bemerckt, dat hy aen die Patient wel een goet Meester-stuck heeft bewesen: veel meer segge ick, dattet een dappere Konst is eenen Schimmel-siecke te ghenesen, in wien dit uyterste Ken-teeken is gebleken, want nouelijcx van hondert een (die soo verre gecomen is) genesen wert. De Remedien die daer toe vereyst werden, Ga naar margenoot+ moeten wesen de hoochste en suyverste middelen die men weet te becomen, gelijck als de Essentie van Antimoni, van Sulphere, vanden Wijn-steen, als mede de Tincture vande selve, ghelijck oock uyt Corallen en Gout, al de welck niet ghemeen, maer heel quaet te becomen zijn, ende oversulcx daer van swijgen sal. My aengaende segghe ick, dattet veel meer noodsaeckelijck is datmen heeft ende gebruyct seer goede en wel-vertroude middelen, die Expert zijn, wel helpen en genesen, al eer het daer toe-komt dat den mensch in desen uytersten noot vervallen en gecomen is, daer toe ick dan ordineren dit Recept. Neemt de Tincture van Swavel een dragma, Ga naar margenoot+ het Elixier van Paracelsus twee dragma, de Oly van Caneel en van Calmus elck een half scrupel doet dit inde volgende Wijn-geest. Neemt een Pint goeden Voor-loop van bran- | |
[pagina 18]
| |
de Wijn doet daer in Veneetsche Theriack twee loot, Confectie de Alkermes een loot, laet het t' samen staen uyt-trecken in sachte warmte dry a vyer dagen, dan Filtreert de Wijn, en doet de boven-staende Compositie daer in, met een dragma Spiritus Nitri ende twee oncen Stock-Suycker. Hier van geeft morgens en savonts telckens een lepel vol, ende besiet of oock beter wert gevonden in de Autheuren deses tijdts, ick vertrouwe wat hier mede niet en wert gheholpen swaerlijck te helpen sy: merckt oock hoe aerdig dese Compositie is gericht op gront van reden tegen de schimmelingh, want elck simplecx besonder is alleene genoch om de schimmelinge te weren. | |
Noch een laetste Remedie.Neemt Oly van Nagelen, Ga naar margenoot+ van Calmus elck een scrupel, Caneel-Oly een half scrupel, Balsem Sulphuris en Oly van Herts-Hoorn beyde gerectificeert, door gebrant Herts-Hoorn dry a vyer malen, elck een dragma, Oly van Mastix door den Helm uyt Water getrocken een dragma, ende desgelijckx van Mirrhae de Oly ghetogen twee dragma, dese Olien vermenght wel onder een, een ure of twee gedigereert ende wel om geroert, dan bewaert. Neemt dan goede Francen Wijn, (de Rinsse is beter) soo vele u belieft, soo ghy een mengelen hebt, doet daer in Suycker vier oncen, maeckt het een weynigh warm dat de Suycker smelte, met een paer dragma Spiritus Salis door Terra Sigillata ghetrocken, tot dattet moy Amper is, in dese Wijn doet vande voorsz. gecomponeerde Olien een dragma, wel om gheswenght, ende neemt daer van telckens twee | |
[pagina 19]
| |
lepels vol s'morgens ende s'avonts, ende schouw of ghy oock oyt een beter middel hebt geweten om de schimmel te Remedieren als ditte: Ick vertrouwe indien dit middel over langen tijdt ware bekent gheweest 'tsoude veel arme Zeelieden by 't leven hebben behouden, die nu och elaes! in Zee gheworpen sijn tot een Visschen Aes. Men kan oock onder de gecomponeerde Olien mede doen een dragma Oly van Muscate, ende een half scrupel Oly van Campher, sal niet dan te beter wesen. Ende dus vele sy gheseyt vande teeckenen en Cure der schimmelinge, soo die ordentlijck ende ordinaris malkanderen volgen, ende oock geholpen moeten werden: nu sullen wy ons wijders keeren ende besien welcke Persoonen dese zieckte meest onderworpen sijn, en waer datse meest voor valt. |
|