Verzamelde gedichten(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 230] [p. 230] Uitvallen Ik woon met de anderen Op de westelijke vlakte. Daar waar de rivier afbuigt Keek ik opwaarts uit. Van de melkweg het stuifsel Sneeuwt mijn ooggrotten dicht; In dat donkere licht Hoor ik mijn oren ruisen. Wanneer niemand het kent Word ik toegedekt Met het sneeuwen bed. Werd ik ineens blind? Want ik ben weer Zo pijnloos alleen In een wereld van wit. Ik kruip terug Tot er nog maar is - Eind of begin - Deze vrije vlucht En de geur der warmte Die doet verwachten Een wegkantelen Naar een laatste vallen, Een uitval. Jaren Stromen voorbij - In stilstand doorwaak ik [pagina 231] [p. 231] Hun dreunend heendrijven, Hun vergeefse grijpen Naar mij. Ik word een ding, ik Word uit het geluid gewist; Mijn adem staat haast stil. Het wordt donker... Ik tel de seconden Tot waar ik zal uitmonden. Vorige Volgende