Verzamelde gedichten(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] Rive Gauche Parijs vannacht ligt ademend in slaap En heeft een korte vrede zich verworven. Langs deze kade liep ik ook als knaap - Maar al mijn jeugdgezellen zijn gestorven. Nog vloeit de brede en traag geworden stroom Statig voort onder verschietende lichten. Een warme voorjaarswind rimpelt hem loom En doet ze dansen, aantrillen en zwichten. Na het druk dagrumoer der mensen zonk er Een stilte over de bruggen en de ka. De Seine in donker geel en zwart geflonker Volg ik vermoeid waar 'k langzaam naast haar ga. Eens dronk ik vurig en met al mijn zinnen Het leven in van deze machtige stad. Haar ranke, dartle vrouwen te beminnen Was mijn geschoolde en felle vlees nooit zat. Nu loop ik, zonder aandoeningen, weer Langs de oude kade, jarenlang vermeden. Hoezeer voorbij en zonder wederkeer Is het verspild en opgeteerd verleden. Toch is 't het enig werklijke geweest In dit bestaan, dat steeds meer droom gaat lijken. Dof en verdoofd als na een dronken feest Dwaal 'k door de zelfde nachtelijke wijken. Linkeroever -: onveranderd kwartier Van hellende gevels in smalle straten [pagina 113] [p. 113] Waaraan de eenzaamheid der grote rivier Haar ingekeerde weemoed heeft gelaten. Hier klinkt mijn stap, als toen, in 't zwijgend lege Halfduister, en ik denk: die tussentijd Heeft zich mijn leven afgespeeld. Verzwegen, Vergeten is het eindelijk bevrijd... En 'k denk aan jou die mij bent voorgegaan En nader mij was dan één mens kon wezen, Van onze smartelijke strijd ontdaan En tot een eeuwig niet-meer-zijn genezen. Ondergegaan in worsteling zo wreed Dat geen gefluisterd woord het uit kan zeggen, Liet je me alleen. En zinloos verder weet Ik nu de weg die nog is af te leggen. In 't rotsig bergland waar je woonde als kind Dolf men je graf dat nooit mijn ogen zagen; Maar vannacht komt deze eendre voorjaarswind Misschien over die kleine plek heen vlagen. En even huiver ik: waarheen getogen Is 't leven dat, met elke harteslag Verder voorbij, voorgoed me ontgaat? Mijn ogen Branden opeens van tranen. Het wordt dag. Vorige Volgende