Verzamelde gedichten(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 111] [p. 111] Sonnet aan Anthea Voor het k.b. en B. Anthea was wel zacht - zo was ons hopen - En waar zij trad ontploken vreemde dromen. Rustig is zij op onze weg gekomen. Wij hebben altijd blind door willen lopen Achter haar aan. Toen vonden wij ons wezen Omhoog gevoerd over het lange wachten. Op 't pril aanritselen van de eerste vrezen Dansten er demons in de grelle nachten. Wij zijn geluk en rust allang ontwend. Al wat rest is dat wij toch nimmer knielden In ernst voor deze veel te vele schoten. Nu kwam het kruid vertrouwen opgeschoten, De wrok omrankende die hels vernielde Eigenwaan op 't gebied van sentiment. Vorige Volgende