Verzamelde gedichten(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] Het ontoereikend hart Moeheid te zwaar rechtvaardigt het vergeten niet - Want even leeft het leven maar elk ogenblik - Van elk bed, elke kamer, elke vrouw, elk lied, Het leed, moordend gekweekt, toegebracht eeuwiglijk, Eeuwiglijk ondergaan. Blijf indachtig de schuld Aan zoveel schoons vernield - verzacht slechts in de spijt, Bliksemverblindend door tijds perspectief onthuld, Om wat gelijklijk 't zelf verwoeste in zich beschreit. Voorbij, voorbij, voorbij... Tot machteloos gekreun Verstilt het inzicht dat dubbel zichzelf ontstelt: Wat de ziel heeft verpeeld zonder haar laatste steun, Wat zij (willens? gedreven?) andren heeft gekweld. De nacht, regendoorruist, plechtig luidt allen uit Die 't oud en vol verleden bevolken met smart. Wezenloos onbeweeglijk gloort voor kamerruit Leeg stadsschijnsel. Het kaatst het ontoereikend hart. Vorige Volgende