Verzamelde gedichten(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] Avondlijk tweegesprek tussen de dichter en de harmonika Uitgezweken, weggebleekt En tot vaalheid afgeslonken Is de late dag verzonken In een giftig niets dat breekt. Neergedaan tot schandlijk grauw Bukt het vaag plantsoen te loeren, Achter stoffige contouren Kermt het als een zieke vrouw. Dat is de harmonika Die schijnt dreinend na te pleiten En hardnekkig slaagt mij bij te Blijven als ik verder ga. ‘Doe niet zo pathetisch, zwijg! Ik ben heus nog niets vergeten Die hier thans met afgemeten Stappen langs u henen tijg: Zij was jong en ik een kind Levend van gedroomde daden. Tot haar minnespel beraden Vond ik wat ik nooit meer vind. 't Was die kermis in Chalon - O, de geur der hippodromen! - Toen voor 't eerst zij is gekomen In haar witte nachtjapon... Manen dreven traag voorbij Millioener sterren tochten. [pagina 108] [p. 108] Saam op mythische gedrochten Door het nachtruim reden wij. 't Is geweest en afgedaan En elkaar allang vergeven, En daartussen ligt een leven En het is voorgoed vergaan. Weg dan met die weke wijs! Ben ik niet een daagjen ouder, Harder, rustiger en kouder? Word ik niet al aardig grijs? Wat geweest is, is geweest. 'k Wil hieraan nu niet meer denken. Ik laat mij niet door u wenken Tot dit temerige feest. 't Schrijnt nog maar ter nauwer nood. Laat mijn rust mij, om te trachten Onverschillig af te wachten Die engros kleptomaan Dood.’ ‘- Altijd, altijd kom ik weer. Altijd heb 'k u iets te vragen. Gij vindt, vluchtend, toch behagen In die stage wederkeer. Loop maar: mij ontkomt ge niet. Veel gewonnen, meer verloren! Waarom wilt ge uzelf niet horen In het drenzen van mijn lied? Was zij jong? Waart gij een kind? Waarlijk! laat ons haar betreuren: Sterrengruis en kermisgeuren [pagina 109] [p. 109] Vlagen met de zomerwind. Hoor mijn langgerekt akkoord... n die heugnis, leer ervaren, Eeuwig leeft wat even maar een Grond van u heeft aangeboord.’ Uit een duister niets dat breekt Vaag uit de plantsoen-contouren Kermend en bezwerend roeren Klanken zich, vervaald, verbleekt; Volgen mij hardnekkig na, Vragen, dringen, roepen, zeuren; Vals deunt blijheid door dit treuren. - Speelt niet meer, harmonika! Vorige Volgende