Verzamelde gedichten(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] Duinwandeling Koel is de avond geborgen in het licht Dat glinsterend aan het gladde eikeloof ligt (Zo klaar, dat men het bijwijlen houden kan Voor witte kreukelige kelken van Bloemen), gescheiden van me als achter glas, Verstorvener dan het een jaar geleden was. Ik weet, ik weet: hier zal ik niet meer wonen. Kleine konijnen wijken voor mijn lome Tred, hobbelend zonder haast het hakhout in, Terzijde van de dennen, aan het begin Van de woeste duinpan. Zeer langzaam stoot, (Het wordt duister), een geelgeverfde maan, en groot, Zichzelf de wereld af, naar de terneer Welvende lucht. Hier zal ik niet wonen meer. Hier eindigt het pad. De tocht is volbracht. - Aldus, veel ouder dan een jaar geleden, Verhef je boven de toevalligheden Van het landschap en de gegevens van de nacht. Vorige Volgende