Verzamelde gedichten
(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 63]
| |
[pagina 64]
| |
IIOnttogen en ontkomen rijs ik zingend
Op uit je sponde, en de leeg koude nacht in
Tuimelend, van alle sterren blind,
Blijf ik hangen, duizelig ondersteboven,
Aan deze afgronden van vlees en woorden
Onweerhoudbaar zinloos, overbekend.
| |
[pagina 65]
| |
IIIOntheven vernevelend, overgeheveld naar wemelend
Week prevelend schemergebied, waar perken van gekorven
Stilte mij bedden; opgelost en ontbonden,
Aangelengd met alles: vervluchtigd, vervlogen
Tot niets. Tot niets meer. En dat niets dat is.
|
|