Verzamelde gedichten(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Drie strofen Voorrede O de dans buiten en boven het leven. Meedoen de kleine gebaren en smarten en ziekten, Maar daarboven, alleen in de koude sferen, Dansen, dansen in onverschillige dwang Naar onbekende wetten. En niets kan storen - Ondanks het wezenloos ritueel der wereld - De dans in de klare stilte en de stille koude Buiten en boven het leven: geheime dans. O schoonheids geheime wil, door ons nooit te weten, O schoonheids wil die ons koud maakt en onbewogen, En stil en eenzaam onttrokken aan aards meedogen, Door goddelijk vuur streng en machtig gericht. [pagina 42] [p. 42] Uiteenzetting Liefde kent niet ons aards en nietig meelij. Godlijk is meelij dat, in liefde opgenomen, Wezenloos weet zijn inhoud, maar diep en eeuwig De verholen gloed die tot zelferkentnis Dreef klein meelij naar vrijheids klaar licht. Dringen naar Zelf-zijn is dringen naar God en is 't diepste Weten. [pagina 43] [p. 43] Nabetrachting Jou zag ik schaars. Jouw ogen en mijn ogen Vonden geheim meeweten en verstaan In elk ander. Zal dit nog ooit vergaan Wanneer wij niets meer van elkander weten; Wanneer ons niets meer heenredt naar de logen Van leven, uit het eeuwig ongemeten Verpulverd zijn tot Niets? Zie mij nog aan. Vorige Volgende