Ketters. Veertien eeuwen kettergeloof, volksbeweging en kettergericht
(1982)–Theun de Vries– Auteursrechtelijk beschermd14 Het proces Jeanne d'ArcNa het vrijwel duizelingwekkend succes van Azincourt begon het Engelse krijgsgeluk in de honderdjarige oorlog te tanen. Hendrik v had met de slag ook de hand gewonnen van de Franse prinses Catharina de Valois en was zodoende depretendent van de Franse kroon geworden, met terugzetting van zijn zwager Karel de dauphin. In 1422 stierf de veroveraar bij een tweede grootscheepse poging om Frankrijk aan zich te onderwerpen te Meaux aan de koorts. Hij was vijfendertig jaar en liet alleen een minderjarigezoon na. Zijn geesteszieke schoonvader Karel vi van Frankrijk volgde hem kort daarop in de dood. De Franse dauphin hernam zijn rechten, maar wist er weinig gewicht aan te geven. Hij had geen enkel talent voor de oorlogvoering en was evenmin door militaire talenten omringd. Zo sleepten de krijgsbedrijven zich voort.Ga naar voetnoot4 De Engelsen behaalden enkeleoverwinningen, de Fransen wisten zich min of meer te hergroeperen; verdeeldheid in de Engelse gelederen (de Schotten weigerden bijvoorbeeld om zij aan zij met de Franse Bourgondiërs te vechten) kwam de middelmatige Franse generaals te stade. Toen de Engelsen in 1428 het beleg sloegen voor Orléans was de stemming, óók onder Engelands Franse bondgenoten, voor het eerst gekenterd ten voordele van een nationale houding. De misère van Frankrijk had het stadium bereikt waarin men van de Engelse overheersing begon te gruwen. Op dat ogenblik trad de heilige en heks op het historisch toneel die als Jeanne d'Arc, de maagd van Orléans, het symbool is geworden van Franse vrijheid en onafhankelijkheid onder christelijke aegide, tot op onze tijd. | |
[pagina 382]
| |
De verschijning van het Lotharingische boerenmeisje in de bloedige troebelen van de honderdjarige oorlog wordt hier vermeld, omdat Jeanne's lot niet alleen is verstrengeld met Frankrijks herrijzenis uit de Engelse greep, maar ook met een begeleidingsverschijnsel van de ketterijen, dat hier tot nog toe maar summier is genoemd. Het is dat van de heksenwaan en heksenvervolging, en hoewel van oude herkomst toch met de Inquisitie zelf nogmaals in vernietigende kracht aan het licht getreden. Het optreden van Jeanne d'Arc heeft dichters, beeldende kunstenaars en filmregisseurs tot vaak grote kunstwerken geïnspireerd en zal dat blijven doen, omdat het element van hoogst effectieve persoonlijke magie, van charismatische betrokkenheid op de eigentijdse geschiedenis bij een verpletterende geloofwaardigheid in de ‘Maagd’ mensen blijft boeien en ook met vragen vervullen, waarop elke generatie een eigen antwoord wil geven. Het ‘bovennatuurlijke’ element er in is door de moderne Kerk met nadruk geproclameerd, toen het er om ging Frankrijk, dat als overwinnaar uit de eerste wereldoorlog gekomen was, in christelijk-conservatieve zin te honoreren. De Kerk had haar precair geworden financiële positie gedurende de oorlog 1914-1918 sterk verbeterd door de vele missen die voor levende en dode soldaten werden gelezen. De opbloei van het katholicisme in Frankrijk werd door Rome beloond met twee heiligverklaringen. Behalve die van Jeanne d'Arc (nog wel in de Sint-Pieter!) volgde die van de zeventiendeeeuwse visionaire Marguérite Marie Alacoque. De verbroken relaties tussen Parijs en het Vaticaan werden volledig hersteld.Ga naar voetnoot1 Een monsterbasiliek op de hoge heuvels van Lotharingen is het rechtzinnig monument geworden voor deze als ketterin verbrande redster van Frankrijk in een duister uur. Jeanne kon lezen noch schrijven, maar zij was wel zo geraakt door de pestilentie van de oorlog en de vernedering van Frankrijks gezalfde koningen, dat zij in stemmen en gezichten de boodschap van hogerhand, onder andere van de aartsengel Michaël, meende te ontvangen om de Engelsen uit Frankrijk te verjagen, de dauphin koning te doen kronen in Reims en de vrede te herstellen die ‘de oudste dochter van de Kerk’ verdiende. Zij slaagde in die hemelse opdracht ten dele, dank zij de diepe indruk die haar dan nog onwankelbare, maagdelijke persoon op de troepen maakte, waarover zij het bevel kreeg en die zij tot puriteinse tucht en zedelijkheid wist te temmen.Ga naar voetnoot2 De dauphin, wiens houding jegens haar steeds iets dubbelzinnigs heeft behouden, aanvaardde haar aanbod en gaf haar militaire autoriteit. Aan het hoofd van een klein leger ontzette zij Orléans, dreef ze de Engels-Bourgondische legers zonder één moment van aarzeling terug (zij betoondezich over het geheel dapper tot aan het roekeloze), veegde in mannenharnas en met het zwaard in de handen het ene Engelse garnizoen na het andere uit de Loiresteden en leidde de dauphin naar Reims waar hij tot koning Karel vii werd gezalfd. De Engelsen bleven wankelen en wijken, de levende legende van La Pucelle, de Maagd, was geboren en deed haar werk. De mars op Parijs, waartoe Jeanne de koning hierna aanmoedigde, verliep in een ongelukkig beleg. De Franse schatkist was leeg. De koning week naar het zuiden uit, Jeanne bleef bij de verspreide royalistische troepen en troepjes in het noorden, maar haar ster taande al. De omgeving van de koning liet hem verstaan dat hij kroon en fortuin in handen had gegeven van een analfabetische en geëxalteerde boerendochter, | |
[pagina 383]
| |
Jeanned' Arc. Uiteen ‘Leven van beroemde vrouwen’ van omstreeks 1500. Musée Dobrée, Nantes.
| |
[pagina 384]
| |
die geen snars verstand had van krijgskunst. Jeanne's voormalige invloed op troepen en ridderschap werd door roddelarij verdacht gemaakt. De clerus, wie zij veel te zelfverzekerd optrad, kantte zich tegen de beweerde hemelse origine van haar ‘stemmen en gezichten,’ waaraan zij een ongemotiveerd gezag had ontleend. Bij een schermutseling tussen Fransen en Bourgondiërs viel zij, als gewoonlijk moedig én overmoedig, in handen van 's konings vijanden. Zij werd door de Bourgondiërs aan de Engelse opperbevelhebber Bedford verkocht. De Engelsen openden tegen haar een ketter- en heksenproces, uitgaande van de stelling als zou zij door Satan zijn geïnspireerd. In mei 1431 werd ze te Rouaan door geestelijken van de anti-koningsgezinde partij veroordeeld tot de brandstapel...De Inquisitie, immers, vergiet nooit bloed.Ga naar voetnoot1 Het proces Jeanne d' Arc kon alleen deze onmenselijke afloop verkrijgen door de heksen waan die Europa toentertijd - en ook nog lang na de Hervorming - heeft geobsedeerd. Die waan is oud, bijna zo oud als de godsdienst zelf, maar het middeleeuwse christendom was er als met vergif van doortrokken. Alle bijgelovige fabels en vrezen omtrent verboden magische praktijken hielden onmiddellijk verband met het geloof aan de baarlijke Satan, die zich rusteloos beijvert om het mensdom te verleiden, en werden met name verder gesponnen rondom vrouwelijke tovenaarsters - de heksen. De afzichtelijke inhoud van deze fantasieën hangt ten nauwste samen met het begrip van de christelijke ascese dat in de Middeleeuwen inburgerde. Gewijde celibatairs, gefrustreerd door de hun verboden seksualiteit, werden bij de volledig mythologische toestand van de natuurwetenschap, verstrikt in hun geslachtelijke verbeeldingen, de ergste vernederaars van de vrouw. Zij heette nu de belichaming van de verlokking die van helse origine is. Aan de heilige Thomas van Aquino danken wij een reeks van sofismen, die dodelijk zijn geweest voor vele vrouwen. Uitgaande van de vrome hypothese dat Satan er altoos op uit is een duivelspact met de aardse mens te sluiten, ontwikkelt Thomas het geloof in aan Satan horige demonen die hetzij als man (incubus) de vrouwen beslapen, of als vrouw (succubus) de mannen tot ontucht meeslepen. Vooral delaatste voorstelling heeft onze heilige geleid tot het eigenlijk heksenbegrip.Ga naar voetnoot2 Vrouwen immers, deze inferieure wezens, laten zich het gemakkelijkst door de duivel gebruiken om daarna anderen te gebruiken. Heel het gespook van vliegende nachtwezens die zich naar de heksensabbat spoeden om daar bloeden wellustgruwelen uit te vieren, bevolkt sinds de dertiende eeuw de hoofden en de verbeelding van de grote massa der gelovigen. Het wekt daar de angst en de haat die voor de Inquisitie aanleiding zijn geweest om het onschuldige volk tegen de aanslagen van de tovenaressen te beschermen en de vrouwen in kwestie door martelingen en barbaarse proeven tot bekentenissen van het onuitsprekelijke en onbestaanbare te dwingen: zij zouden aanstichters zijn van branden en overstromingen, onvruchtbaarheid en impotentie om zich zaaien, kinderen en vee beheksen. Voor die misdrijven zijn ze dan ook bij honderden omgebracht. De heksenbul van Innocentius viii (1484) en het ‘handboek’ voor inquisiteurs, dat de geweldnaam van Heksenhamer (Malleus maleficarum) draagt en dat na zijn publikatiein 1487 tot in de tweede helft van de zeventiende eeuw negenentwintigmaal werd herdrukt, onthullen een pornografisch cynisme van de geeste- | |
[pagina 385]
| |
Heksensabbath. Uit Blockes-Berges Verrichtung, oder Ausführlicher geografischer Bericht von den hohen trefflich alt- und berühmten Blockes-Berge. Hexenfahrt und Zauber-Sabbathe van M.J. Praetorius, 1669.
| |
[pagina 386]
| |
lijke heren ten aanzien van verdachte vrouwen, dat alleen in barbarij is overtroffen door de rassenmisdaden van de twintigste eeuw.Ga naar voetnoot1 De grote minachting voor de vrouw, alle hoofse minnedienst en minnezang ten spijt, doortrekt immers de hele middeleeuwse samenleving; zelfs de Godsmoeder kan in de dogmatiek van de Kerk haar afhankelijkheid van en haar onderstelling aan de Zoon niet afschudden. De Kerk heeft allerlei redenen weten te vinden om heksen te oordelen en te vernietigen. De vuurdood van Jeanne d' Arc is er een geweest uit politieke overwegingen. De Franse politiek van nieuw zelfvertrouwen en de reconquista van Frans grondgebied, door het boerenmeisje uit Domrémy zo succesvol op gang gebracht, moest worden gebroken. Daartoe was het nodig de Maagd zelf te breken. Het proces was een opeenhoping van valse aantijgingen, valse getuigenissen, strikvragen en dreigementen, waarbij het onervaren natuurwezen, aan wier vroomheid niet valt te tornen, tot wanhoop is gedreven: zij bekende na een heldhaftig verweer schuldig te zijn aan verboden praktijken en ketterse hekserij. Het meest stuitende van Jeanne's proces zijn de verhoren geweest waaraan bisschop Cauchon van Beauvais, kroonraad van Engeland, haar onderwierp. De gelijkenis van 's mans naam met het Franse woord voor zwijn (cochon) is bij de weergave van zijn obscene ondervragingen naar behoren uitgebuit. Hij werd ten volle in zijn hoge taak gesteund door Jean Lemaistre, dominicaan en inquisiteur van Rouaan, die een bijzondere volmacht had van de kettermeester voor heel Frankrijk, Jacques Graverent. Alle doodzonden werden Jeanne toegedicht. De schuchtere protesten van een der theologische doctores, die het tribunaal vormden, dat het hof geheel uit tegenstanders van koning Karel vii was samengesteld, werden beantwoord door zijn ontslag uit de vrome rechtbank, zijn gevangenneming en opsluiting en het dreigement dat hij, in geval van volgehouden twijfel, verdronken zou worden. De priester Loiseleur, die Jeanne in haar cel opzocht om haar vertrouwelijke raad te geven hoe zij haar ondervraging het best het hoofd kon bieden, bleek een provocateur, en zijn gesprekken met Jeanne werden door Cauchon afgeluisterd en bij de verhoren tegen haar gebruikt.Ga naar voetnoot2 Het eerste vonnis dat haar trof - eeuwige gevangenschap - bewoog haar ertoe haar bekentenis van schuld te herroepen. Het kostte haar het leven: als een in de ketterij teruggevallen zondares werd zij naar de brandstapel verwezen. Het rehabilitatieproces, dat Karel vii jaren later op gang bracht, getuigt van het slecht geweten waarmee de moord op Jeanne alle partijen plaagde. De honderdjarige oorlog bleef zich verder slepen. Frankrijks opmars naar de bevrijdende eenheid was begonnen. In de jaren veertig lieten de Bourgondiërs hun bondgenootschap met de Engelsen varen. De militie van Parijs had al in 1436 tegen het Engelse garnizoen in de poorten van Parijs voor Karel vii geopend. Wapenstilstanden en oorlogvoering wisselden elkaar af. Frankrijk bleek eindelijk, door een noodzakelijk afscheid van feodale strijdmethoden en de invoering van een beroepsleger met batterijen van geschut, de bovenhand te verkrijgen. Franse artilleristen schoten de Engelse garnizoenen uit het ene bolwerk na het andere weg. Het laatste Engelse leger stak in 1450 het Kanaal over om te redden wat er te redden viel. Het werd in enkele weken gemassacreerd. Daarmee | |
[pagina 387]
| |
eindigden de pretenties van het huis Lancaster op de Franse erfenis: ‘de donder van de nederlaag was letterlijk die van de kanonnen.’Ga naar voetnoot1 En die kanonnen verkondigden tegelijk dat de oude riddermaatschappij ten grave was gedaald, zij het ook dat de vier ruiters van de Openbaring het mensdom onverminderd bleven teisteren. Innocentius viii, een van de meest corrupte pausen, ontwerper van de beruchte heksenbul (1484), in wiens opdracht ook het handboek voor de heksenvervolgers, de Malleus Maleficarum werd geschreven. Uit Bibliotheca sive Acta et Scripta Magica van E.D. Hauber, 1738.
|
|