Ketters. Veertien eeuwen kettergeloof, volksbeweging en kettergericht
(1982)–Theun de Vries– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 172]
| |
11 Nadagen van vrijheidHet Bogomilisme steeg uit het bloed van de martelaren als onuitroeibaar gewas. Het werd daarmee in sommige delen van Bulgarije volstrekter in zijn dualisme; een tweede fellere richting, de kerk van Dragovitsa, ontstond. Het zwaartepunt van de ketterij kwam van lieverlede in Macedonië te liggen. Bogomilse prediking bereikte de overzijde van de Zee van Marmora en werd gepraktizeerd langs de kusten van Klein-Azië, waar de ketters bekend werden onder de naam van Phundaïeten (soms Phundagiagieten) ofwel ‘dragers van de bedelzak’. De naam heeft doen vermoeden dat wij hier trekkende predikers voor ons hebben, waarschijnlijk vrijwillige asceten.Ga naar voetnoot1 Van hen is bekend dat zij Paulus bovenal vereerden en in zijn spoor tegen het huwelijk preekten. Zij waren vreedzaam gezind en hielden er een eigen soort dualisme op na. Volgens hen maakte God geen zeven, maar acht hemels - de laatste bevat onze wereld. Adam is wel Satanaëls creatuur, maar God heeft twee dingen voor zich behouden: de ziel van de mens en de zon die ons verlicht. Aan dat geloof verbonden de Phundaïeten een zonderlinge mythe. De ziel is weliswaar door Satanaël uit de hemel geroofd, maar de duivel kon haar niet in het mensenlichaam plaatsen. Tenslotte vond de Boze een middel: hij hield zijn hand tegen de anus van Adam en braakte vervolgens alle onreine dieren die hij gegeten had over Adam uit, zodat de mensenziel nu met een laag van vuil in het lichaam zit vastgeklonken...De Phundaïeten hebben vooral onder de kloosterbewoners veel proselieten gemaakt.Ga naar voetnoot2 In Bulgarije namen de Bogomilen inmiddels weer deel aan de grote opstand tegen Byzantium (1185), die eindigde met de nationale bevrijding. Byzantium moest de tweede Bulgaarse staat met de hoofdstad Tarnovo erkennen. Het waren nog maar delen van het vroegere Bulgarije die aldus werden vrijgegeven, reden voor de Bulgaarse vrijheidsstrijders om hun oorlog onverflauwd voort te zetten. Onder de volksheld Kalojan, loot van het tsarenhuis, vochten de Bulgaren rond 1200 op twee fronten: tegen Byzantium in het oosten en tegen de Latijnse kruisvaarders die in de Peloponnesos een eigen staat hadden gesticht. De tsaar in Tarnovo zag er nu geen been meer in zich ter afronding van de Bulgaarse zelfherovering met de strijdbare Paulicianen en Bogomilen te verstaan: in Philippopel werden zijn troepen door de ketters geestdriftig ingehaald. Het feit is ons bekend uit de kronieken van de Fransman Geoffroi de Villehardouin, wiens neef er getuige van was, tijdens de naweeën van de beruchte vierde kruistocht die niet meer tegen de Turken, maar tegen de schismatische Grieken was gevoerd en het Byzantijnse imperium deed inkrimpen tot een kleine staat die zich ‘imperium van Nicaea’ noemde. De vierde kruistocht (1204) werd een christelijke catastrofe. Na hevige botsingen tussen Latijnen en Grieken in Constantinopel kwamen kerkelijke en wereldlijke machten uit het Westen op de gedachte Constantinopel te veroveren en de Griekse keizer Alexios iii door een Latijn te vervangen. De Latijnen wisten de stad te nemen en raasden er zich uit in gruwelen die het schisma tussen Oost en West onherstelbaar maakten.Ga naar voetnoot3 Het Latijnse keizerrijk in Byzantium bestond niet lang: in 1205 bestormde | |
[pagina 173]
| |
de Bulgaarse tsaar, geholpen door Grieken uit Thracië en andere Balkangewesten, de stad waar de vrome Vlaamse graaf Boudewijn nu als keizer zetelde. Zij verdreven de westerse christenen uit de stad en namen de door lepra aangetaste Boudewijn gevangen; hij kwam in de kerker om. De oorlog tussen Latijnse kruisvaarders en orthodoxe Grieken bracht langdurig beroering teweeg in de Balkan. Boris, neef van Kalojan, greep de kans om zijn oom te vermoorden (1207) en de hand te leggen op alle Bulgaarse gebieden, waarna hij de Bogomilen trots hun bewezen patriottische diensten opnieuw begon te vervolgen. Wij zagen al hoe hij hen in 1211 voor een concilie daagde, alwaar zij werden veroordeeld.Ga naar voetnoot1 De verdoeming had overigens nauwelijks uitwerking op het Bogomilisme dat alle aanslagen scheen te kunnen overleven. In de eerste helft van de dertiende eeuw werd Boris met geweld afgezet door de ‘bevrijder’ Ivan ii uit het huis Asen. Ivan - ‘Johannica’ bij de Grieken- voerde een verbitterde strijd tegen de Byzantijnse invloeden, ook de religieuze - een strijd waardoor hij tijdelijk het recht wist te winnen op een autonoom Bulgaars patriarchaat. Hij zou er zelfs over gedacht hebben het Bogomilisme tot staatsgodsdienst te verheffen. In elk geval werden onder zijn bewind de vervolgingen gestaakt en de ketterij breidde zich alweer aanzienlijk uit. De afvallige Kathaar Rainier Sacchoni, die omstreeks 1250 een Summa tegen de ketters schreef, vermeldt dat de leer ook nu buiten Bulgarije oprukte. De opstanden tegen de erfgenamen van Ivan Asen bleven heel de dertiende eeuw voortgaan, waarbij plebejische revolteurs soms korte tijd de troon bezetten, om weer door de bojarenpartij te worden verjaagd. Er schijnt in deze periode een gedaanteverwisseling met de Bogomilen te hebben plaatsgegrepen: de oude leer kreeg er nieuwe elementen bij, waardoor het strijdbare en revolutionaire karakter aanzienlijk werd geschaad.Ga naar voetnoot2 Dat nieuwe was afkomstig uit het vermaarde klooster op de berg Athos, waar een aantal Bogomilen zich in de beroeringen van de tijd hadden weten te nestelen. Het was een toevluchtsoord waar zij werden aangestoken door een aldaar ontstane ketterij, de pantheïstisch getinte mystiek die als hesychasme wordt aangeduid. De hesychia is wat in de middeleeuwse mystiek als inkeer en gemoedsrust ten ideaal wordt gesteld. Het hesychasme maakte zich vanuit Athos meester van vele kerkelijke hoogwaardigheids bekleders, klerken en kunstenaars. Zij werden gegrepen door een drang tot afstanddoen en zwerven waardoor zij de ketterij tot in Rusland voortdroegen.Ga naar voetnoot3 Het Bogomilisme zou uit deze onwereldse navelkijkerij en beschouwelijkheid wakker worden geschud door de blijvende maatschappelijke misère van de landbewoners. De armoede op het platteland, die vele boeren tot zwervende dagloners maakte en tot verschopte ‘vrije lieden’ naar de steden dreef om er gelegenheidswerk te zoeken, waarbij zij vaker als werkloze horden tezamen schoolden, bereikte een nieuw dieptepunt. Uit de rijen van deze vluchtelingen kwamen de radicale elementen voort die aan het oude Bogomilisme herinnerden. In de waarlijk epische opstand van de Zeloten in Thessalonike (1342-1349) vormden zij de revolutionaire kern. Het was een revolte waardoor de stad drie jaar lang in handen van vrijheidlievende kooplui en handwerkers kwam, die er een onafhankelijke republiek van maakten. Zij waren zonder enige twijfel hoogst onortho- | |
[pagina 174]
| |
dox: hun hele politiek tegen kerkelijke hiërarchie, kerkelijke inmenging en kerkelijk bezit wijst er op dat hier de anti-feodale ketterijen hun invloed lieten gelden. Was het Paulicianisme, Bogomilisme, waren het Hesychasten van een fellere inslag?Ga naar voetnoot1 Eerder lijkt het of wij hier te maken hebben met een ketterij die van de dualisten de haat jegens de tirannieke methoden van de Kerk had overgenomen, maar de verschillende godsdienstige stromingen in Thessalonike rustig aan eigen lot en ook aan onderlinge conflicten overliet.Ga naar voetnoot2 De Zelotenopstand kan met dat al moeilijk gezien worden zonder het optreden van de Bogomilen. Zij waren opnieuw in de aanval gegaan, nu onder leiding van monniken die in 1341 van de Athos waren verjaagd, onder hen Lazar en Cyrillus, bijgenaamd Bossota (‘de kale’). Zij verkondigden overal hun dualistische leer van het Boze, ijverden tegen beeldendienst en kerken, bespotten alle seksuele moraal en riepen mannen en vrouwen met veel obsceen vertoon op hun huwelijken te verbreken. Een ‘nog gevaarlijker’ ketter dan deze twee was hun leerling Stepan; hij legde de nadruk op een volledige weigering tot werken, en praktizeerde uitwendig een vorm van herleefd Cynisme: de ‘hondse’ filosofie, waarvan eens een menslievend stukje was overgegaan in het oudste christendom. Hij schoffeerde daarmee niet alleen gezin, beschaving en kunst, maar al wat met staat, orde en zedelijkheid te maken had. De drie ketters werden voor de synode gedaagd, die tsaar Ivan Alexander van Bulgarije te Tarnovo bijeenriep, en daar verdoemd.Ga naar voetnoot3 Lazar aanvaardde de levenslange boetedoening, Cyrillus en Stepan bleven halsstarrig; zij werden gebrandmerkt en uit de hoofdstad verjaagd. Deze vorm van ‘negatie’, van passieve ongehoorzaamheid die bij de nieuwe Bogomilen op saterspel leek uit te lopen, bevatte duidelijk een streven naar wereldvlucht, naar mysticisme, naar het ‘opgaan in de godheid’, dat wij ook bij gelijktijdige Westeuropese ketterijen zien optreden en de onkerkelijke kant van de mystiek demonstreert: ascese en libertinisme kunnen er beurtelings mee gemengd zijn. In het geval van de genoemde Bogomilenpredikers oefenden ook natuursymbolen uit het Bulgaarse heidendom nog hun invloed uit: de kalebas, de meloen, de komkommer, de appel, die in feite afbeeldsels waren van zon, maan en sterrebeelden. De Volmaakten hadden ze als voedsel tot zich genomen, zich daardoor als hetware verzadigend met licht. Lazar vertoonde zich naakt op straat en droeg een kalebas voor zijn schaamdelen. Hij propageerde daarmee niet alleen de gelijkheid van alle mensen, maar bedekte zijn lid met een ‘lichtsymbool’ om de duivelsmacht ervan op te heffen.Ga naar voetnoot4 De Bogomilse gevallen van naaktloperij en ook van rituele bandeloosheid, een van de drastische consequenties van een scheefgegane revoltegeest, kan men als een vroegtijdig soort ‘Adamitisme’ bestempelen. Het was een reëel protest tegen ongelijkheid, feodale dwang en clericalisme met ondeugdelijke, gezochte, irrationele middelen. De utopie om te worden als de oudste Adam, ‘welke een voorbeeld is Desgenen, Die komen zou’ (Romeinen 5:14), kreeg in het naaktlopen zijn ruwe en onbedoelde gestalte. Het verschijnsel wijst er ons op dat ook het dualisme van deze periode niet meer consequent mocht heten.Ga naar voetnoot5 Was dit al een crisisverschijnsel in het Bogomilisme, hun eigenlijke neergang beleefden de ketters door de Turkeninvallen en de verovering van Constantinopel door de islam (1453), gevolgd door de overweldiging van Bulgarije die vijf | |
[pagina 175]
| |
eeuwen duren zou. Niet de Orthodoxe Kerk was nu meer de directe vijand, maar het mohammedanisme. Wat er nog aan ketterpropaganda mocht rondwaren had geen revolutionaire inhoud noch een doelwit meer: de feodale adel, Slavisch en Grieks, was geknot. Het Bogomilisme werd wel betrokken in het volksverzet tegen de Turken, maar niet meer om zijn ketterij. Die ketterij stak voor het laatst in de vijftiende eeuw nog eens de kop op in Macedonië, maar bleef nog slechts hangen in de door de rechtzinnigheid verboden volksliteratuur van Bulgaren en Russen, half gnostische, half oudchristelijke verhalen en legenden, alsook in plaatsnamen.Ga naar voetnoot1 In de zestiende eeuw lieten de Bogomilen zich mét de laatste Paulicianen, misschien uit oudeweerzin tegen de Byzantijnse orthodoxie, door missionarissen vanuit de Habsburgse monarchie tot het katholieke geloof bekeren. |
|