Ketters. Veertien eeuwen kettergeloof, volksbeweging en kettergericht
(1982)–Theun de Vries– Auteursrechtelijk beschermd10 Apostelen van de ongehoorzaamheidDe Bogomilen - zo zegt de priester Kosma in zijn Vertoog tegen de ketters - verdoemen de rijkaards; zij hitsen het dienstvolk tegen de meesters op; zij verfoeien de tsaar en alle overheden als een door Satanaël ingesteld despotendom en beschouwen al wie voor wereldse tirannen werkt als hatelijk in Gods ogen. Kosma is bijzonder gebeten op de ketters; ze houden er een dubbele moraal op na, doen zich voor als vroom en deemoedig, boots en zelfs het kerkelijk gedrag van ander en na, maar zijn innerlijk ‘verscheurende wolven’...Ze lijken op de varkens die de parels (van de orthodoxie) laten liggen, om zich te wentelen in de drek (van de ketterij), harder voor vermaan dan een marmeren pilaar voor pijlen...Ga naar voetnoot2 De Bogomilen waren inderdaad in permanente revolte tegen herendiensten en vroonarbeid. Adam was voor hen symbool van de door Satanaël ingestelde knechtschap. Alle bezit moest gezien worden als Mammonsbegoocheling, en deze Mammon was maar weer een schijngestalte van Satanaël. Armoede is een weg om de evangeliën te begrijpen en de zaligheid deelachtig te worden. Het is de oude gestrenge leuze die door heel de ketter- en kerkhistorie zal blijven voortklinken. Niet zonder reden zijn de Bogomilen de ‘grootste puriteinen van de Middeleeuwen’ genoemd.Ga naar voetnoot3 Wat tienduizenden na hen zouden doen deden de Bogomilen: afstand nemen van overdaad en dure kledij, rijk voedsel en een zinnelijk bestaan; ze schreven weinig of geen gebruik van vlees en wijn voor, liefst van uitsluitend plantaardig voedsel. Dit laatste gold overigens alleen voor de strengen en volmaakten; de alledaagse Bogomilen, de arme boer, horige of handwerker, at als hij kon het vlees dat zijn werkkracht in stand moest houden, en dronk als hij kon een beker wijn, al had Satanaël dan de ‘ranken van de zonde’ in de hof van Eden geplant. Strenge Bogomilen verwierpen het huwelijk, zowel uit anti-clericale, anti-sacramentele overwegingen, als om het feit dat de geslachtsdaad en de menselijke geboorte slechts plaatsvinden door tussen komst van Satan. Tegen het huwelijk als liefdesband hadden de Bogomilen van de simpelste orde geen bezwaar; de gedachte aan huis, haard en kinderen stiet hen niet af, zoals het de ‘reinen’ onder hen deed. Maar zij wensten bij dat huwelijk geen bemiddeling van kerk | |
[pagina 168]
| |
en priester. De Bulgaarse bisschopskronieken vermelden hoeveel buitenechtelijke verbintenissen er onder hen worden gevonden. Dezedelijke normen van het Bogomilisme lagen hoog, waarbij de ketters uiteraard tal van raakpunten hadden met de officiële kerkmoraal. Maar terwijl deze door de orthodoxie in de praktijk veelal ten spot werd gemaakt, waren de geboden om de naaste, inzonderheid de lijdende mens, lief te hebben, niet te liegen en te lasteren, niet te doden, niet te stelen en de vijand vergiffenis te schenken voor de Bogomilen een levenszaak. Vooral het verbod om bloed te vergieten speelde een grote rol: was de moordenaar Kaïn niet de oudste aardezoon van Satanaël, door hem bij Eva verwekt, vóór Adam de vader werd van de zachtmoedige Abel...? Dier en te doden mishaagde de Bogomilen evenzo, behalve de slang die de oorzaak was van de zondeval. De Bogomilen konden niet anders dan de oorlog vervloeken, te meer waar de wapens waarmee mensen elkaar vernietigen door de clerus gezegend werden, de armen armer, de rijken rijker uit elke oorlog kwamen. Wat had het boerenvolk in oorlogstijd ook anders beleefd dan vorderingen, plundering en brand, duurte en pestilentie...? Inmiddels moet men voorzichtig zijn met het toeschrijven van een soort passieve geweldloosheid aan alle Bogomilen. De Jezusfiguur in hun apocriefen is van een vaak gestrenge rechtvaardigheid en strijdlust tegen de boosheid; hij straft de onrechtvaardigen zonder genade-mededogen is er slechts voor de vervolgden, de gemartyrizeerden! Elke vorm van onderwerping werd door de Bogomilen hardnekkig afgewezen. Zij werden mettertijd dan ook de ziel van een groot aantal opstanden, zowel van eigen volk tegen eigen heersers, als ook in nationale bewegingen tegen Byzantium (‘waar Satan in de Hagia Sophia woont’), in de periode toen Bulgarije als wingewest door de Byzantijnen werd onderdrukt. Weerloosheid was zo goed als ascese slechts een verplichte eigenschap van de uitverkoren bovenlaag, voor het volk in feite een utopische hoedanigheid. Duidelijk treedt het feit aan het licht als tsaar Boris in 1211 een concilie bijeenroept te Tarnovo. Uit de verslagen blijkt dat de Bogomilen een poging zouden hebben gedaan de tsaar als usurpator uit de weg te ruimen en de hand te leggen op klooster- en kerkbezit dat de staat de clerus heeft toegeschoven. Het typisch Bulgaars karakter van de ketterij trad mettertijd steeds duidelijker aan de dag, terwijl Pauliciaanse en Messaliaanse invloeden uitheemser bleken en daarmee begonnen te tanen.Ga naar voetnoot1 Een van de ‘ongehoorzaamste’ kanten van het Bogomilisme was de gelijkstelling van man en vrouw in een vroegmiddeleeuwse samenleving. Deze toch had de vrouw veroordeeld tot de taak van zwijgen en gehoorzamen, die zij als ‘rib van Adam’, zo niet als het ‘vuilaardig wezen zonder ziel’ en niet in het minst volgens de theologie van Paulus, verdiende. Niet alleen werd de vrouw in het oude Bulgarije geprest tot onderworpenheid, zij was - als ze tot de laag van de sociaal afhankelijken behoorde - niet meer dan lastdier en slavin. Ondanks de uitspraken van de zo vereerde apostel schoven de Bogomilen de feodale, mensonterende opvattingen over de vrouw met beslistheid terzijde.Ga naar voetnoot2 Hun scheppingsverhaal luidde ook heel anders dan dat van Genesis: aangezien Adam door Satan gemaakt was, maar van God zijn geestesadem ontvangen had, moest Eva op soortgelijke wijze ontstaan zijn; in haar leeft Gods inblazing dan ook even krachtig als in de man. Bij de Bogomilen kon een vrouw zich ontwikke- | |
[pagina 169]
| |
len tot een uitverkorene, een volmaakte. Zij kon ook als ‘priesteres’ het geloof verkondigen, zoals de Byzantijnse monnik Euthymius van Acmonia vol afschuw vermeldt. Vrouwen hebben de belangrijke predikers van het Bogomilisme vaak op hun reizen vergezeld. Kosma's Vertoog deelt ook als staaltje van zware ketterij mee hoe bij de Bogomilen vrouwen deelnamen aan de rituele handelingen, onder meer in de gemeenschappelijke biecht, waarbij mannen en vrouwen elkaar wederkerig de absolutie verleenden.Ga naar voetnoot1 De Bogomilen hadden hun aanhang in drie typen of categorieën verdeeld. Aan de top stonden de Volmaakten, die de leer, de geheime en apocriefe boeken kenden en de inhoud daarvan verbreidden in de door hen geleide broederschappen. Voor de Volmaakten golden de strengste voorschriften betreffende inwijding en daarmee verbonden beproevingen. Als zij gelofte hadden afgelegd kon niets die meer verbreken; zij waren dan persoonlijk een ‘Godsrooeder’, Bogomatr, geworden, waarin de Geest de Logos voortbracht.Ga naar voetnoot2 Bidden, preken en werken was hun hele bestaan. Rondom hen staan de eenvoudige gelovigen, die ook tot de broederschappen worden toegelaten en zich aan enkele simpele geloofsregels moeten houden. Op lagere trap bevinden zich de ‘toehoorders’ die de prediking volgen en zich er van lieverlede op kunnen voorbereiden tot de gelovigen te gaan behoren. Van hen, het overgrote deel, wordt niets gevergd; zij belichamen nadrukkelijk het feit dat er door het Bogomilisme een ‘interne tegenstrijdigheid’ liep. De voorgangers in de ketterij waren meestal uit de arme, lage geestelijkheid of uit afvallig kloostervolk voortgekomen. Toch zag de eenvoudige arme hoorder - vaak terecht - in de geestelijke leidslieden ook zijn revolutionaire aanvoerders in de strijd tegen tsaar, metropoliet en bojaar. De broederschap van de Bogomilen was niets anders dan een vorm van het in vrijwel alle ketterijen levend utopisch verlangen naar de eenvoud, waarachtigheid en onderlinge solidariteit van de oudste Kerk. Tegen de vervolgingen in, die al spoedig na hun ontstaan begonnen, stichtten zij die gemeenschappen, die een niet onaanzienlijke taak vervulden bij de hulp aan armen, ouden en zieken. De Bogomilen zelf zijn er zeer terughoudend over geweest, al weten wij er iets van uit een brief die tsaar Peter aan de patriarch Theophylactos in Constantinopel richtte en waarin hij raad vroeg aangaande een pas ontdekte sekte. Zo is ons hun interne organisatie bekend geworden; ook het feit dat zij hun leider de ‘eerste leermeester’ noemden; in dit geval de ex-pope Bogomil (alias Jeremia), en na zijn dood de prediker Michael. In de twaalfde eeuw hadden de Bogomilen in verschillende delen van het land hun leiders en apostelen, die preekten en overal broederschappen stichtten. Zij verstonden in veel gevallen de geneeskunst en wisten ook langs die weg de sympathie van de gewone man en vrouw te veroveren.Ga naar voetnoot3 Aan het hoofd van elke broederschap stond de ‘dedets’ (vader), wat in kerktaal werd vertaald als ‘episcopus’ (bisschop), hoewel de Bogomilen zelf dat ambt niet kenden. Zo heeft de ‘vader’ van de broederschap in Zuidwest-Bulgarije, Nazarii, omtrent 1170 een exemplaar van het belangrijkste Bogomilse geschrift, het geheime Johannesevangelie, in Italië binnengebracht. Curieus met het oog op het latere dualisme is de mededeling dat het Bogomilse gebedenboek bekend stond als het ‘Katarski [= zuivere] treboeïk’. Tot het ritueel dat de Bogomilen toestonden behoorden het gezamenlijk bidden en eten - het laatste een herinne- | |
[pagina 170]
| |
ring aan het oudchristelijke liefdemaal, de agape; voorts de biecht waarover hiervoor is gesproken en de wijding van hoorders tot gelovigen, van gelovigen tot Volmaakten. Het Bogomilisme heeft zich snel verbreid, vooral onder de geplaagde massa van het platteland. Toen tsaar Peter in zijn onbehagen daarover aan de Byzantijnse patriarch vroeg wat tegen de sekte te doen, werd hem geraden strenge toepassing van het canoniekerecht tegen deze ‘mengeling van Manicheïsme en Paulicianisme’. Men zou rekening houden met de rang waartoe de vervolgde ketter behoorde: de predikers en vaders dienden het zwaarst te boeten, en wel met de doodstraf. Het zou in toenemende mate een dilemma worden voor de Bulgaarse staat en Kerk dat de ‘eigen’ ketters van Slavischen bloede waren, de dogmatische autoriteiten Grieks gericht.Ga naar voetnoot1 Tsaar Boris heeft van meet af aan, als nieuwe trouwe zoon van de geïmporteerde orthodoxie, de Bogomilen met het wereldse zwaard, kettinggang, vuur en kerker, vervolgd. Maar ook werd de orthodoxe geestelijkheid ingezet om de verdoolden dogmatisch tot de orde te roepen. Het Bogomilisme werd er feller door, er viel zelfs een neiging te bespeuren - ook hier! - tot het martelaarschap.Ga naar voetnoot2 Feller werd het met name toen Byzantium onder leiding van keizer Johannes Tzimiskes besloot tot de herovering van Bulgarije en het noordwesten van het Bulgarenrijk werd afgescheurd (971). Het zuidwesten bleef onder tsaar Samuel nog zelfstandig tot 1018, toen heel Bulgarije door Basilios ii, de Bulgarendoder, tot Byzantijns wingewest werd gemaakt. Er begon een regime van byzantinisering op elk gebied, van zware militaire druk door de vestiging van garnizoenen, er kwamen bureaucratie, corruptie en een belastingpressie waarbij alleen nog harde munt als betaalmiddel werd aangenomen. Tijdens dit uitheems bewind werd in West-Europa het teken gegeven tot de kruistochten; de eerste raakte in 1096 op gang. Ze was onder oppervoogdij van de roomse pausen niet slechts georganiseerd als een massale gewapende bedevaart, als ‘hoge taak’ voor de christelijke ridderschap, die nu hun eer en idealen tegen de Turken konden manifesteren. Ze was vooral bedoeld als een versterking van de pauselijke macht en het gezag van de Heilige Stoel over de christenwereld. Wij weten dat deze ‘van God gewilde’ kruisvaarten bij hun deelnemers nog heel andere, duistere en soms fantastische motieven hebben gehad; avonturendrang, roofzucht en de neiging zich van knellende banden thuis of schuldenlast te ontdoen. Dat keizer Alexios i Komnenos in nood een oproep had gedaan aan het Westen om in een soort anti-mohammedaanse liga de oude imperiale gebieden voor de christenheid te herwinnen, vormde een welkome aanleiding te meer en bood perspectieven voor de gemilitariseerde feodale adelstand op ongekende macht en bezit. De kruistochten, zowel die van 1096 als de tweede van 1147, waren voor de Balkanbewoners en heel het Byzantijnse rijk een plaag en bezoeking. Geen wonder dat de Bulgaren de horde van hongerige avontuurzoekers, die de eigenlijke eerste kruisvaart voorafging, met de wapens begroetten en hun rijen op vreselijke wijze dunden; de rest kwam later om op de kusten van Klein-Azië.Ga naar voetnoot3 De Bogomilen hadden in eerlijke nationale gekrenktheid meegeholpen bij deze opruiming, hetgeen de verbreiding van hun leer ongemeen bevorderde. Er was zelfs onder deafvallige Macedonische monnik Basilios (Wassili) een ijverige congregatie van | |
[pagina 171]
| |
Bogomilen ontstaan in Constantinopel, die aanhangers telde tot in de kringen van keizer Alexios' hof.Ga naar voetnoot1 Grimmig bleef de strijd van de Bogomilen tegen dat deel van de Bulgaarse geestelijkheid dat zich volledig had laten byzantiniseren en onderwerping eiste aan het gezag van Constantinopel. De Bogomilen beantwoordden die eis met de uitspraak dat Satan baas was in Constantinopel en hechtten zich vaster aan de Slavisch-Bulgaarse traditie. In een van hun geschriften werden de tsaren Symeon en Peter nu zelfs als nationale helden en grondleggers van nationale grootheid afgeschilderd, onder wie het bestaan nagenoeg idyllisch zou zijn geweest...Toen een spruit van het tsarenhuis. Peter Delian, in 1040 een anti-Byzantijnse revolte ontketende, deden vele Bogomilen daaraan van harte mee. Ze werden, na het neerslaan van de opstand, als andere Bulgaren van huis en haard verdreven; Italiaanse kronieken vermelden zelfs dat een deel naar Sicilië uitweek. Ook aan volgende nationale opstanden tegen de grote verdrukker in Byzantium namen de Bogomilen krachtig deel. In 1079 barstte er een uit in Sofia, onder leiding van de Pauliciaanse officier Leka uit Philippopel; een tweede Pauliciaan, Traulus, revolteerde in 1084 in dezelfde landstreek. De geleerde keizersdochter Anna Komnena wijst de ketters - Paulicianen en Bogomilen - aan als aanstichters en dragers van het verzet. Alexios 1 Komnenos vond er aanleiding in om de Byzantijnse Bogomilenleider Wassili en zijn twaalf apostelen gevangen te laten nemen. Het proces tegen Wassili is het zoveelste voorbeeld van de perfide manier waarop Byzantium hachelijke zaken ‘oploste’. De keizer, zoals wij zagen een meer dan belangstellend liefhebber van de godgeleerdheid, nodigde de grijze Bogomilenleider uit om hem en zijn broer Isaac de denkbeelden van het Bogomilisme onbewimpeld te ontvouwen. Zij stelden daarin, beweerden ze, persoonlijk belang. Terwijl Wassili zijn leer voor de heerser uiteenzette, noteerde een volijverige snelschrijver achter een gordijn ieder woord dat uit de mond van de argeloze ketter kwam. Onder meer zou Wassili de keizer hebben gezegd dat de uitverkoren Bogomilen in staat waren God te zien; hij openbaarde hem tevens zijn occulte leer aangaande de demonen, die in de mens huizen en na zijn dood rond de graven spoken. Zij zijn alleen bang voor de Bogomilen en blijven voor hen ‘op boogschotafstand’.Ga naar voetnoot2 Na afloop van het onderhoud wierp de keizer het masker af; het gordijn werd weggetrokken, de Bogomilenleider geconfronteerd met zijn zwart op wit gestelde revolutionaire en ketterse uitlatingen.Ga naar voetnoot3 Onder aanwezigheid van hoge bevelhebbers en senatoren leidde de patriarch in persoon het ketterproces tegen Wassili, dat uitliep op het onvermijdelijke vonnis. Het werd in 1111 voltrokken: de dood op de brandstapel. Honderden Bogomilen, die tevergeefs hadden gehoopt dat hun voorganger door een wonder Gods zou worden gered - had hij niet verklaard dat ‘engelen hem uit de vlammen zouden omhoogdragen’? - werden tegelijkertijd levenslang gekerkerd. Het verhaal is hiermee niet afgelopen: keizer Alexios zou de gevangen Bogomilen voor een keuze hebben geplaatst door bij de gevangenis twee brandstapels te laten aansteken; voor een ervan stond een kruis opgericht. Wie deze brandhaard koos - en daarmee het verfoeide kruis van de orthodoxie - ging vrijuit; de anderen moesten in de kerker terug. De meeste Bogomilen kozen het laatste.Ga naar voetnoot4 |