XXVII. Vreemde manier van levende Afgoden der Mexicanen.
ZOo verr waren de Mexicanen in hun Afgodery verblindt, datse zigh Afgoden van levendighe Menschen maackten; op de volgende wys.
Sy namen een vande Slaven, die haar best aanstond; en eerse den selven hun Afgoden opofferden, gavense hem den naam des Afgods, dien hy toegeheyligt sou worden; bekleedden hem oock met d'eygene kledingen en omhangselen des gedagten Afgods, seggende, dat hy den selven vertoonde.
Terwijl dese Verbeeldingh duerde (twelk somtijts een geheel, somtijts een half jaar aen liep, na de tijt van 't Feest ver of naby was) dedense desen Slaaf so grote eerbiedigheyt als den Afgodt selfs; gaeven hem heerlijcke spys en drank, en braghten alles toe, om hem vrolijk te maken. Over straat gaande, liep al 't volk terstond uyt, om hem aen te bidden. Sy boden hem veel giften; leyden zieke en kinderen voor hem neer, op dat hyse gesond maekte en den segen gaf: Ia, sy lieten hem in alles sijn wil volbrengen; behalven dat hy altyt van 10. of 12. Mannen bewaart wiert, op dat hy niet wegh liep.
Hy blies somtijds op een Fluytje, om 't volck (over al waar hy voorby gingh) te waarschouwen, datse komen souden, om hem d'Eerbiedigheyt te