XXVIII. Grouwlycke manier van Afgod-makery te Mexico.
DOe Ferdinandus Cortesius eerst te Mexico quam, en de Stad overweldigde, was daar een seer heerlijcke Kerck, van een ongelooflijcke grootte, soo dat binnen
den omringh wel een Stad van 500. Huysen had konnen staen.
In de selve waren drie groote Salen, en in yeder Saal veel kleyne Cellen, in welcke niemand gaan moght, als alleen de soo genoemde Geestlijcke personen. Al dese plaetsen stonden vol afbeeldsels van Afgoden; sommighe van steen, andere van andere stof.
Veeltijds maaktense deselve van 't zaad eeniger Kruyden; 'twelck de Priesters (die in't swart gekleed gaan) onder een stampen; met het bloed, so van gevangene Slaven, als van jonge Kinderen, tot een Deeg-klomp toebereyden, en alsoo een Afgodt daar uyt vormen.