Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1665] De zwanen weergekeerd * De Noordstar-zwanen, lieve lezer, Verschenen bij Ebenhaëzer Weleer, in Gruno's grijze veste. Zij kwamen thans ten langen leste In de IJ- en Amstelstad, na zeven En dertig jaar, zacht aangedreven. Emanuel Querído's kooi Ontving ze in dubbel groot konvooi. De zwanenhoeder, Star van 't Noord, Had mij niet bijster-bar bekoord. Zijn heimwee naar de valse idylle Van 't ver verleden, 't vrome en stille, Wrocht onzin, die verbergen moest Hoe diep die trek zat ingeroest: Meewarig droevige verhaaltjes, De toonaard zoekend van Piet Paaltjes; Gedrentel, doelloos heen en weer, Verzot op zoetlijk duffe sfeer. 't Was dichten, wars van zielsgekwel, Studentikoos-hooghartig spel, Neerbuigend mild en kalm gespeeld Of schamper, wreevlig en verveeld. Mij dunkt, hij heeft zijn beetre klanken Aan vriendschap met Pareau te danken. Zijn voordicht voor diens kloosterzangen Vertolkte eenzelfde oprecht verlangen, Kortstondig, als waar deze uit welden, In zuivre vorm. Helaas, hoe zelden [p. 1666] Deed zich zo heilzame invloed gelden. Soms aardig; bij momenten mooi. Spitsvondig vaak: geschik, geplooi. Een enkle welgemikte gooi. Vorige Volgende