Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1664] Aan de weinigen * Baanbrekers waar heel 't rijk der kunst van krielt. Men dringt om toch intijds braaf mee te doen, Kweekt zelfbedrog dat vorm en wet vernielt, Men kent elkaar en voelt zich kloek en koen. Rijp ooft wordt niet beloofd: men zweert bij groen. Geen zomer, herfst noch winter: enkel voorjaar. Hij dient zijn diepst geweten onverstoorbaar, Hij staat als baken boven 't Nu en Toen Wie vast en trouw, van hartstochtsgloed bezield Met Schoonheid onbezoedeld in 't blazoen Daadkrachtig houding, maat en stijl behield En voor geen afgod ‘Jeugd’ noch ‘Vrijheid’ knielt. Vorige Volgende