Verzamelde gedichten
(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd[p. 1612] | |
I
O Hendrik, ontsteld
door wat ik heb verteld
in mijn Buiten het boekje,
je rijmt, schimpt en scheldt
furieus en gekweld:
wat voor vergelding zoek je?
| |
II
Heb ik tegen een zere plek gestoten,
toen ik, voor nu en later, anekdoten
over ‘ons Hinnerk’ heb bijeengebracht?
Het kan alleen de omzet maar vergroten
des Tovertuins; en velen heb 'k ontsloten
de wond'ren van Atlantis en De nacht!
Zijn dit, o Hendrik, slechts Marjaanse knollen?
Wilt gij, die 's winters wandelt zonder wollen
of zelfs katoenen sokken door de kou,
beweren dat 'k u niet geheel voor vol en
vernuftig aanzie? Ik, die met mijn ‘grollen’
enkel bescheiden aan uw roem meebouw!
| |
[p. 1613] | |
III
Hoor nu mijn dactylus luid protesteren!
Of verkiest gij als wapen toch meer de anapest?
Eén ding: wat er ook aan mijn boekje mankere,
mijn geheugen, o Hendrik, fungeert opperbest!
Wat gij zelf hebt verteld kon ik niet controleren:
‘Welke taal spreekt De Vries?’- ‘Kom, naar 't kerkhof!’. De rest
wordt bevestigd door talloze dames en heren.
En nooit sprak ik kwaad van uw huwelijksnest!
| |
IV
H aast ben ik nu aan 't eind gekomen van
E en rijmend antwoord op uw bozigheden,
N og snap ik niet hoe een toch zo groot man
D usdanig op de teen zich toont getreden!
R aak ik soms opgewonden? Heus, ik kan
I n uw vers wijzen op meer spotzucht dan
'K zelf ooit aan u, o tovenaar, besteedde!
D at ik onthouding preek - periodiek? -
E rvaar 'k bij voorbeeld pas uit uw lyriek!
V an zilver in paleizen heb 'k geen weet,
R ijk voel 'k me reeds in 't klinken van sonnetten;;
I k weet dat gij die dingen niet kunt zetten,
E n daarom is 't dat ik er hier een smeed:
S oms wel, soms niet me storend aan de wetten!
| |
[p. 1614] | |
V
O Hendrik, ga door
met leven en schrijven,
en laat mij daarvoor
propaganda bedrijven;
ik lach om je vloekje
en tracht je te raden:
ga 'k buiten mijn boekje,
't is nooit tot jouw schade!
|
|