Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1504] Hieronder volgt De Vries' reactie En daarmee is het uit - Redactie * Gij brengt mij, met uw vers, collega Pieter Monti, Tot schrikken als een kind bij 't keffen van een ‘ontie’. Ik doe ook als een kind: zeg ronduit waar 't op staat; En gij werd heftig kwaad, als menig hondje op straat. (En 't maakt hem geen verschil, of baas of meesteres Deze ijver werklijk wil: hij staat maar op de bres!) Terzake! met wat recht laat gij de dwaasheid horen Dat ik mijn werk ‘verslijt voor klaar als 't zonnegloren’? Geen criticus (of arts!) maak ooit zichzelf tot norm! De vrieswind mag een wijl aanwakkren tot een storm, Dit zal - gij zegt het reeds - de ‘grijze Bas’ niet schaden. Waarom dan pek geperst, en stopverf, in de naden? Slechts wie verkouden kleumt, en immer nieuw genies ducht, Acht zefiers, laf en flauw, verkieslijk boven vrieslucht; Hij wil het oordeel mild, verdiend of niet verdiend - Verzachtend en ontziend, voor vriend of borrelvriend. Men fluistert: ‘Zwak, heel zwak’. Maar, met een duidlijk teken: ‘Ik heb gehoord, dat hij hem vast niet af zal breken’. Dat is: wees even wijs. Nee: maak 't vooral niet scherp. Hij heeft een streepje voor. - Wee wie de knuppel werp In 't vreedzaam hoenderhok, of daar waar schapen blaten. Gij spreekt van ‘woordenspel’, ‘respectloos en verwaten’; Van ‘'t honen van een Mens’. - Wat zou respect hier baten? Is 't kunstwerk-zelf object van 't oordeel, óók de titel! Of moest, in plaats van dat ik hem een weinig kietel Om zo'n stuk ijdelheid, soms moord en brand gebruld? Of 't onverstand geduld? De kop in 't zand verhuld? [p. 1505] Mijn hoekje krant gevuld met louter teer gevoel, Of... zwijgen, koest en koel, tot eer van 't heilig doel? Ik volg, 't zij goed of slecht, alleen mijn eigen oordeel, Verdedig niet mijn werk, noch zoek der vrienden voordeel. Ik geef om geen ‘advies’. Ik ben van ander soort. Gezondheid! H. DE VRIES (Die nimmer leert hoe 't hoort). Vorige Volgende