Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1466] Liederen op Spaanse motieven I * Ik liep wat ik lopen kon Om water, water te halen. Bij de bron, de frisse bron, Verloor ik mijn bloedkoralen. Ik zocht, maar de zon ging dalen, Ik zocht, maar de nacht begon. Naar huis nu, naar huis? O nee! De maan kwam stijgen en stijgen. Ik zocht en ik zocht. O wee! Zo slecht mijn kralen te rijgen! In plaats van ze weer te krijgen Verloor ik mijn vrijheid mee. [p. 1467] II * Daar was een donker dicht woud, Daar drong een jager in door; Daar gaf hij zijn eerste kus Aan haar die zijn hart verkoor; De nachtegaal, ongezien, Hoorde hun beloften aan, En zij, in hun eerst geluk, Hoorden de nachtegaal slaan. Nachtegaal, zing, nachtegaal, Uw lied in uw liefdetaal. Hij kwam terug na een jaar, Vond nergens dat meisje meer, Alleen de herinnering Aan kussen, innig en teer, Alleen maar de nachtegaal, Die zong nog steeds als weleer; Zoet is de droom van 't geluk Al keert het ook nimmer weer. Nachtegaal, zing, nachtegaal, Uw lied in uw liefdetaal. [p. 1468] III * De rivier stroomt naar de zee, Stroomt bloedig in 't avondrood. Hij neemt zoveel tranen mee, Hoe groot moet hij zijn, hoe groot. Rivier, draag mij weg van hier, Ik hoop alleen op den dood. 't Wordt stil, nacht is nabij, De nacht vol jammer en smart. Is die gekomen voor mij, Hoe zwart moet hij zijn, hoe zwart. De nacht voor wie niets meer wacht In wildernissen verward. 't Wordt stil; toch hoor ik de wind, Hoe droevig ruist het in 't woud. Wie speelt, maar niemand bemint, Hoe koud moet hij zijn, hoe koud. Gij wind, maak mij doof en blind, Ik sterf, en geen mens die rouwt. Vorige Volgende