Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1365] Epiloog van een levensroman * In zijn moeiten streed ze mee. Langs duizend verwarde wegen Is de overwinning verkregen: De zegen, 't geluk van twee. Hoelang heeft zijn lied gezwegen? Wat kon zijn lied nog bewegen? Liefdevreugd na hartstochtswee? Zong in 't rotshol die gitaartoon Van wie zwierf langs bos- of heigrond Ooit lof ener vaste stee? ‘Thans nu ik innig met háár woon Die ik zo plots aan mijn zij vond Als door een vreemd wonder Gods Bij de scherpste steilste bocht - Wijs en dwaas, pril en ervaren, Die 't spooksel der vroegste jaren Ontmaskerde en overmocht - Breekster van mijn dorre trots, Mijn wangeloof en mijn krankheid - Hoe zal ik 't geluk bezingen Van 't huisje in dichte seringen, Geurig naaldhout, vlier en berken; De jubel, de vlugge rankheid Van haar, wie 't natuurgenieten 't Leven zelf is: die dolle sprieten Tot wildernis laat ontspringen Doch waakt wanneer àl te sterken Weer 't lieflijkst en schoonst verdringen - Hoe zal ik 't geluk bezingen [p. 1366] Waar zij mee de strijd voor vocht: Mijn helpster bij spel en werken Die 't onkruid hier op laat schieten, Maar door veel kostbaarder perken De woekrende winde ontvlocht?’ Vorige Volgende