Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1239] Een kluizenaar * Wrak landhuis in een tuin vol onkruid. Hier Ligt zijn bestemming, hier voert hij 't bestier, Herschept zichzelf. Hier vangt zijn arbeid aan. Hier worstelt hij met raadsels van 't bestaan. Hier brouwt hij, tot hem hoop en vrees vergaan, Uit ‘Waanzin-aller-zin’ zijn ‘Zin-der-waan’: 't Zinrijk-zinloze, driest verzinnebeelde: Benauwenis en wellust, woede en weelde. Zo: tovenaar en priester, prins en clown, Gezegende en verdoemde. Kind en faun. Veel nachten doolt hij door 't vereenzaamd woud, Aanschouwt gestalten, vreemd en toch vertrouwd, Bepeinst verlies dat niet verheugt noch rouwt, Gewijde ontroering, driften menigvoud, En weet zich wereld-jong, en wereld-oud. Vorige Volgende