Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1007] Groteske * Waar staat haar huis? Achter de bergen. Wat zijn haar knechten? Draken en dwergen. Wat is hun werk? Spoken en stelen. Zijn het er weinig? Neen; het zijn velen. Wat ligt op tafel? Een toverdoos. Wat at ze gister? Een bord vol kroos. Wat eet ze vandaag? Niet één enkele hap Maar om te drinken schuurt ze haar nap. Wat zal ze drinken? Een wonderdrank, Die trekt ze uit stekels van egelhuid, Mengt ze met blad van de herfsttijloos, Vingerhoedstengels en hondestank. Wat eet ze morgen? Een hondewervel, Bittere nachtschade en dolle kervel, Een eendevoet en een varkenssnuit En paddeslijm over bilzenkruid. Vorige Volgende