Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1001] [Wie dit oud verhaal nieuw heeft omgedicht,] * Wie dit oud verhaal nieuw heeft omgedicht, En Groningens roem trompet, Hij zag in de Rabenhauptstraat het licht Op de datum van 't ontzet; Werkte aan 't Groninger stadsarchief, steeds, bij de vleet, Resoluties geschreven ziende. Zo weet hij: wat nu de achtentwintigste heet Heette eenmaal de zeventiende. Dat versprong bij kalenderverwisseling Na den jare zeventienhonderd, En 't lijkt hem een rare bedisseling, En 't heeft hem danig verwonderd. Hij ontleende, voor deze zo steile vlucht, Aan 't Stadswapen de aadlaarswieken; Hij gebruikte, voor fout en feil beducht, Vaak de woorden zelf der kronieken. Kronieken die, hoe men hun waarde ook schat, Heel de toestand zo klaar doen spreken, Dat, als hij er lang in gebladerd had, Hij soms, in zijn gans-andre Vaderstad, Haast verbijsterd heeft rondgekeken. Ten slotte nog één wens, een hartewens: Dat ieder dit lied mag leez'n Zoals 't hier wordt aangepreez'n: Met echte na-dreun'nde Groninger ens; Een Hollands lied wil 't niet weez'n. Vorige Volgende