Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 995] XXIV * Heilige ijver van 't volk, met een ferm hoezee 't Munsters monster de kop te pletten! Bij die menigte streden ook vrouwen mee. Lustig knetterden hun musketten. Eén bezieling maakte alles fris en kloek, Nergens duldde men meer nietsnutters. Aan de heetste posten bracht Holstein bezoek En beloonde de beste schutters. Of men haatte en verwenste en wel schimpte en schold Naar de vijand, met snerpen en sissen? Zo was dit alleen wijl het Groningen gold. Ja, die duivel, zijn doel zou hij missen. Om der vrijheid wil tot geweld gereed Wie de vrede zo vurig lieven: Als de beeldstormers, 't hart van de brandstapels heet, Als de wrekers der wreedste grieven, Wegens vorstlijke schennis van eer en eed Op roof zonder kaperbrieven, Wegens onrecht, waar 't leed merg en ziel vervreet, Rondgeslingerd in 't schuimdoorklieven; Als de hunkeraars die tegen Alva hun kreet Van wraak en oorlog verhieven. Vorige Volgende