Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 990] XXI * Soms rolden de bommen in bochten rond Eer ze afgrijslijk onheil verwekten, Donderstormen opsmijtend van steen en grond. Soms ontploften ze niet, en men schond hun geheim; Vond wel schijfjes van koper met magisch rijm: Een banspreuk die destijds geen mens verstond Maar wier zin geleerden ontdekten. Een afsmeking der zegen - van ander katheder! 't Was Nieuwsaksisch, Oudgrieks en Latijn tezamen, Tot bezwering vervlochten. - Zo gaf men die weder, Na wikken en beramen: ‘Gij Vader, aller wijsheid begin, Zoon, Geest en Heiligen allen: Gedenkt onzer; scherpt deze kogel in, Dat hij doden bij hopen doe vallen. Werpt u ter neder, Amen.’ Vorige Volgende