Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 940] [Diep, naar uw huis, dicht-omloverd,] * Diep, naar uw huis, dicht-omloverd, Zwierf ik, waanzinnige dromer. Daar werd ik sluipend veroverd. Heet van uw geur, immer lomer, Hebt gij, die hooploze zomer, Sluw mij met liefde betoverd. Bed mij weer aan steile bergwand, Woudgewuif en waterval, Ver van 't nietig, angstig dwergland, Van 't bewoond, vlak-grazig dal. Red mij naar 't woestoord, en dring weer Door, waar geen sterveling doordrong. Volg weer die beek tot zijn oorsprong, Met mij, en jubel en zing weer Wild, wat u 't nixenkind voorzong, Ginds, op haar heuvel in 't ringmeer. Was uw huis niet lang mijn woon, Hevig mocht me uw pracht bekoren, En uw stem, zo lief en schoon Dat ik steeds haar galm blijf horen. Vorige Volgende