Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 835] [Elke nacht komt een goede fee,] * Elke nacht komt een goede fee, Fluistert mij toe: ‘Ik neem je mee Boven de toppen der hoogste bomen, Boven de heuvels, boven de stromen, Boven de bergen, boven de zee.’ Eer ik het weet ben ik meegenomen Naar een paleis waar geen vogel kan komen, Onverstoorbaar van stilte en vree; Tot waar een meisje op een legerstee Rust in 't geluk van de diepste dromen. Wanneer ze ontwaakt, bij veelkleurige stralen, Wil ze me wel haar dromen verhalen; Ze noemt ze waarheid; ik moet haar geloven; Ze zijn als dalen vol rijke hoven Waar haar stem door lokt, steeds verder te dwalen. Als de lichten in bezwijming nijgen Nadert ons 't almachtig zwijgen. Ik voel mij heengaan, ik voel mij zweven, Zie mij van sterren of damp omgeven, Hoor 't zeegedruis als liederen stijgen. Zelfs tussen deze veilige muren Waar geen onheilige ogen gluren Weet ik de wraak van 't vijandig lot: Hoe 't eeuwig spiedt naar verborgen genot; Schrei van verdriet, wijl dit niet kan duren; Treur bij de geur van gewijde vuren, [p. 836] Wijl, na de schemer der morgenuren, De nieuwe dag weer de droom bespot. Vorige Volgende