Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 816] [Helse galm, door de bochten der nauwe gang.] * Helse galm, door de bochten der nauwe gang. Monsterstieren, verhongerd, een brullende drom, Tuimelen om, dat hun kluisters klinken, Dat stangrijen verwrikken, krom tegen hun drang. Dwergmensen hunkeren, hijgen en hinken. Diep, tot in 's duisters grensmuur, verminken Duivelse driften elk gruwlijk grauw mom. Holen, waar 't hemelruim schuw in schouwt, Welfsels, waar oorlogen 't spoor door griften, Openen hoog naar een heuvelhang. Zwammen blinken op schorsknoesten, wereld-oud. Wemelend woud, zonder vogelzang! Weelden der schemering! Geur, heet en wrang! Slingring van roofbloei, vol zwijmelgiften! Vorige Volgende