Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 757] [Of ze elkaar zochten en schuwden,] * Of ze elkaar zochten en schuwden, Zo dartelden loverkrochten Steil neer door 't schimmige duister. Veel nooit geziene gedrochten Verschenen om haar te aanschouwen, In 't onheil nu droevig schoon - Haar diadeem vol koralen; Ook hem, die, met hees gefluister, Bevracht van eedle metalen, Loodzwaar zijn kabouterkroon Droeg naar de plaats waar zij huwden. Zij danste, aan zichzelf ontstolen, Beefde om wie rezen, verstoord, Hongrig, uit stoffige holen, En hijgend bloedplassen spuwden. Daar zweefden zwermen van lichten, Maar noch de dwerg, wiens bedrog Haar hier bracht, en die in 't begin haar Diende als een slaaf, doch zijn woord Brak, noch haar heimlijke minnaar Herkende ze in de gezichten Van wie haar woelend omstuwden. Vorige Volgende