Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 754] [Een pop met halfopen ogen] * Een pop met halfopen ogen Had een vreemde man haar gegeven; Ze is in doodsangst naar huis gevlogen, Ze merkte: de pop ging leven. ‘Moeder, moeder, kom, kijk en luister: De pop kan bewegen en praten.’ Maar 't huis was overal duister, En duister waren de straten. Zou ze gillen? Geen klank wou komen. Ze dorst zich niet meer verroeren. De pop zat naar haar te loeren In schaduwschijnsels van bomen. ‘Moeder, help, want ik wil nog niet sterven, Want wie weet waar ik dan kom te zwerven; Ik verlang zo naar daglicht en leven; Moeder, moeder waar ben je gebleven? Ik loop heen en weer, ik weet al niet meer Wanneer ik begon te dromen; Ik dool zonder doel; ik heb een gevoel Of nimmer de zon zal komen - Ben verdreven door angst en ellende, Ben aan 't zweven in 't zwarte onbekende; Nu mag niemand mij zien of horen - Ik heb alles, ook jou, verloren.’ Vorige Volgende