Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 737] [Gij storm, nimmer moe van dolen,] * Gij storm, nimmer moe van dolen, Hoe weeklaagt uw zang, rondom Dees woonstee: dit heiligdom Vol sombre weelde en verstolen Genot, wijl, bij gloed van kolen, Heel 't slaapvertrek laait, woest rood! Nachtvlinder, in hartstochtsnood, Wier wapprende schaduw, grillig, Nu nietig, dan monstergroot, Ruw tegen zolder en muur stoot - Wat zoekt en vlucht gij uw vuurdood Plots gretig, plots weer onwillig? Wat stoort gij, wie stil zich wreekt Op hunkring, afgunst en schromen - Wie feesten ontsteekt, aan dromen Van schoonheid, in rijkste aromen Der wellust, en spookbloei kweekt Langs oevers van troeble stromen? Vorige Volgende