Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 735] [Mijn dochter weet wie ik ben.] * Mijn dochter weet wie ik ben. Ik ben wie ik vroeger was. Mijn weerbeeld in 't spiegelglas Hield niets waar ik mij uit ken. Mijn dochter werd mij gelijk. In haar vindt mijn droom vervulling. Haar dwaasheid maakt mij wild en rijk. Zo ik dwars door haar ogen kijk, Zie ik mijzelf. Zo ik langs haar strijk Gloeit mijn hunkring mij toe uit haar ijle omhulling. Naast het landschap waar 'k door dwaal (Een ooftgaard in laatste herfst, Mistroostig, schraal, vaal en kaal... Geur van heugenis, wrangst en derfst, Vaag als een verdicht verhaal) - Wuiven háár wouden, haar lenteweiden, Fluistert zij tedere raadseltaal; Zingt zij van minnaars die nimmer scheiden. Daar wil zij heimlijk mij binnenleiden, Daar lokt in scheemring de nachtegaal. Vorige Volgende