Verzamelde gedichten

(1993)–Hendrik de Vries– rechtenstatus



[p. 447]
Tuin * Zelfs de maan wekt geurengolven. Onder maat'loos groen bedolven Wierookt stervensdroef jasmijn. Kelken, door hun vracht gebogen, Die de vlinder proeft als wijn. Vogels, door de straal bedrogen, Kirrend, om de klimopmuur. Vijvers, tussen leliezomen: Spiegels, tussen paarlemoeren Snoeren: wankelbare vloeren. Vensters, die de nacht verdromen. Geurloos, in 't fluweel azuur Bloeit het onuitblus'lijk vuur.