Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 117] De geboorteplaats * De plaats waar mijn bestaan begon. Is 't mooglijk dat ik die weer vond? Zo vaste grond, zo milde zon Alsof hiervoor nooit iets bestond, Alsof hierna niets komen kon. Ik ging de kleine wegen rond. 't Bleef alles even fris en klaar Na 't afscheid, na zo menig jaar, Te wreed, te zoet om waar te zijn - Vergeefse droom, verdwijn, verdwijn, 't Ligt alles even fris weer daar - Een schijn, waarop ik staar en staar. De mensen: ook dezelfde nog. Door 't zelfde noodlot voortgezweept, Op 't zelfde leven ingescheept En meegesleept naar 't zelfde zog. Ik vraag mij: ben ik nu ontwaakt? Ik heb de stammen aangeraakt, Maar alles 't zelfde: zinsbedrog. De bank die ik mij telkens koos. Gedoken rust ik hier een poos, Een kranke ziel, die half genas. De mensen spoken dicht langs 't glas, De deuren dreunen echoloos: 't Bleef alles, alles wat het was. Vorige Volgende