Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 102] De sterren * Koor: Veld, met vruchten overladen, Zaden, weer tot oogst verzameld, Na de dood van myriaden Waarvoor geen meer namen stamelt; Eeuwig, hevig dageraden! Gods onafgebroken straling! Ons de dromen - Hem de daden! Hem de waarheid - ons de dwaling. Tegenkoor: Hij de Vlam en wij de spranken: Alles is aan Hem ontleend. Hij de Stam en wij de ranken: Alles is in Hem vereend. Wat gij zegt zijn enkel klanken, Wat gij denkt is enkel beeld, Maar uw plicht is: Hem te danken, Wezens, die Zijn zegen deelt. Koor: Afgrond, steeds en steeds ontgonnen Voor de bloei van woeste hoven - Groeidrift, nimmer overwonnen, Hoe de hagels haar beroven; Jacht van tuimelende zonnen, Van verschijnen, juichen, doven; Aanval, immer herbegonnen, Einde, steeds en steeds verschoven - [p. 103] Hunk'ring, nimmer te verzaden, Levens - eeuwige herhaling: Eén gedrang van scheppingsdaden, Eén onafgebroken straling. Vorige Volgende