Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 93] Juichzang * 't Aardrijk warmt zich, ons tot woning, Naast haar zon dit ruim doorsnellend: Steeds haar koning Vergezellend; En de maan omkringt haar baan. Rustend op granieten rotsen Strekken zich de vastelanden Tussen 't klotsen, Tussen 't branden Van de wereldoceaan; Sneeuw bedwarrelt ruwe schotsen, Dekt hun scherpgescheurde randen; - Wouden trotsen Wervelzanden, Onweer, hagel en orkaan. Weiden, die door Liefde groenen. Weiden, die door Liefde bloeien. Millioenen Sterren gloeien Tot bewijs van Gods bestaan. Alles, alles roept Hem aan. Vorige Volgende