Verzameling volks- en straatliedjes (collectie Nijhoff)
(ca. 1650-1750)–Pieter de Vos– Auteursrechtvrij
[pagina 103]
| |
Op een aengename Voys.Salomon verheven,
Heeft met groote vlijd,
Ons seer wel beschreven,
Alles heeft zijn tijd;
Schoon de Mensen zwerven:
Door de Wereld heen,
daer is een tijd om te sterven:
voor een yder een.
Dog waer het sal wesen,
En den tijd wanneer,
Heeft men noyt gelesen;
want den Opperheer:
houd het u verholen
Wonderlijk is dit,
Daerom werd bevolen,
Doorgaens waekt en bid.
Adam oud veel jaren;
wat verschoonden hem,
Hy is weggevaren:
Met Methusalem,
Door de dood verslonden:
Noag desgelijk:
Om de vuyle sonden.
Sterft Arm en Rijk.
Schielijk raekt men onder,
Door de dood geveld;
Pharo tot een wonder:
Jn het Meyr ontsteld,
Wierd seer haest gedompelt,
Door des waters kragt:
En wierd overrompelt:
Met zijn hele magt.
Rijk of schoon voor oogen,
Js maer als een vlam:
Haestig opgetogen,
Siet op Abraham,
onser aller Vader,
Jsaek Jacob ook:
Zy zijn weg te gader:
Als een damp of rook.
Van Ely wy weten,
Door ontrouwheyd vals,
daer hy was gezeten,
viel en brak den hals;
Absalon den schoone:
Jn der daed onvroom,
Wel een Koninks
| |
[pagina 104]
| |
Zoone,
maer sturf aen een Boom.
Aaron is gescheyden,
Mozis Jozua,
Die Gods volk geleyden,
Jn het Land Cana,
Goliat verwoedig,
Jn vermeten groot,
Evenwel hoogmoedig,
Hy bleef haestig dood.
Nero wreed in daden,
Die is mee al voort,
Cesar die verraden was,
Wierd haest vermoord,
Hercules bepeereld,
Alexander mee,
Die de heele Wereld,
Voor hem buygen dee.
Waer zijn zy gebleven,
David Salomon,
Zijn zy niet om 't leven,
Nevens haer Zamson,
Alle de Propheten,
Ja van Mozis af,
Zijn zy niet gesmeten:
Door de dood in 't graf.
Wilt de zonde staken,
En voortaen gewis,
Bidden ende waken,
Want het seker is,
Dat de dood sal komen,
dies bereyd u al,
Om te zijn genomen,
Uyt dit Tranendal.
|
|