Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de Schildery daar Mars op een trommel slaapt; in de zaal van den E. Heer Pieter Six. Aan mijn rotgezellen. Zwijg, rotgezellen, zwijg, hier wordt te luidt gesprooken: Want Mars, de god des krijgs, heeft 't oog hier eerst gelooken. Hy vindt zich dronken, maar noch niet verzaadt van bloedt. Zoo gy hem wakker maakt zal hy het slagzwaardt trekken. De zee is zelver stil, om 't Oorlog niet te wekken: Zy vreest zijn wreedtheidt weêr te voelen op de vloedt. Dies raak de trom toch niet, of 't zal zijn rust beletten. Als 't Oorlogh wakker wordt, dan slaapen alle wetten. Vorige Volgende