Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De slaapende Diana wordt Adonis door Venus ontnoomen; in de zaal van den E. Heer Mr. Willem Blaau, der Rechten Licentiaat, &c. Vrou-Venus schaakt Adoon, om zijn aanminnigheeden: Zy vindt in 't oog een straal die haar het hart ontvonkt. D'onkuisheidt weet haar lust met luister te bekleeden. De gaafder schoonheidt wordt het allermeest' belonkt. Was hy behangen met een kooker rijk van schichten, En hadt hy vleugels, 't zou de mingodt zelver zijn, Die alwat aassem schept voor zijn geboôn doet zwichten. Het schut der liefde baart het krachtigste fenijn. Op, op, Diana, op, Adoon wordt u ontdraagen. Wie dat zich wakker toont verduurt geweldt en laagen. Vorige Volgende