Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] Laura. Aan de Schilder. Maal Laura met een speer, zy zal Minerf gelyken. Verschynt zy met een boog, men ziet de Jagtgodin. Geef haar een goude staf, zy zal geen Juno wyken. Vat zy een appel, z'is de Moeder van de min. Vertoef. myn Laura hoeft geen praalglans van Godinnen. Al wie men by haar lykt, geniet onsterflyk' eer. Wie yder overwint, laat zich van haar verwinnen. Vertoon haar in het veldt: Natuur vereist geen meer. Het zonlicht kan geen glans van bruine wolken haalen. Wie schoon is van zich zelf hoeft geen geleende praalen. Vorige Volgende