Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Den Eed. Heer Andries Bikker, Heer van Engelenburg, Burgermeester, Raadt en Bewinthebber der Oost-Indische Maatschappy t'Amsterdam, &c. Dus ziet men 't waakend' oog van 't hooft der vrye steeden. Op zulk een schildtwacht gaat het bloeient Landt te rust. Zyn zorg behoeden ons in oorlog en in vreede. Hy waakt hier in het Noordt door raadt voor d'Oosterkust. Wie heel voor andre leeft is alles te betrouwen. Veracht Fabricy 't goudt? spreekt Kato voor 't gemeen? Strydt Brutus om het volk uit slaaverny te houwen? Wie Bikker kent, bevindt die drie in hem alleen; Met reeden blaast de Faam tot in het oor der Mooren: Deez' is niet voor zich zelf, maar voor het landt gebooren. Vorige Volgende