Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Den Eed. Heer Lambert Hendriksz. anders Mooi Lambert, L. Amiraal der watervlooten van haar Hoog-Mog. Dus ziet men Lambert, die getergt tot oorlogsdaaden, Zyn vyanden besprong, in 't aanzien van de Moordt. Wie heldenroem bemint heeft zucht tot lauwerblaaden. Hy klampt den Taag en Turk in 't west en oost aan boordt, In spyt van 't dondrendt schut en blixemende klingen. De dapperheidt ontziet noch vuur, noch staal, noch loodt. Wie dat om zeege vecht is moedigh' in 't bespringen. Hy vondt zich meenigmaal in 't heetst van 's vyandts vloot: Maar hy verwon 't Geweldt, of deedt de zeepest wyken. De scheepskroon is voor 't Hooft van die de vlag doet stryken. Vorige Volgende