Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd224. Harry Mulisch [geb. 1927]aant.Naar afkomst Tjechisch-Balkans, is Harry Mulisch in zijn Nederlands van een verrassende oorspronkelijkheid. Zijn onuitputtelijke verbeelding, zijn belangstelling in occulte verschijnselen, zijn waardering voor symbolen, zijn virtuoze soms ironische, soms visionaire stijl maken hem tot éen der merkwaardigste jongere prozaïsten. Zijn debuut, de roman Archibald Strohalm [1952] is blijmoediger en tegelijk verontrustender dan het werk van zijn generatie-genoten. In De diamant [1954] een roman over een groot religieus ideaal, is het symbolisme echter wat te nadrukkelijk. De kleine roman Het zwarte licht [1956] en de novellenbundel De versierde mens [1957] tonen Mulisch in zijn veelzijdigheid, gedreven door zijn visie op de ondoorgrondelijkheid van de mens, en op de spanningen waarin de mens leeft. Bij deze auteur zijn de hoofdfiguren zó opgenomen in een al-omvattend geheel, dat hun persoonlijk lotgeval het karakter heeft van een kosmische catastrofe. De roman: Het stenen bruidsbed [1959] speelt in het na-oorlogse Duitsland. Na zijn toneelstuk Tanchelijn [1959], dat tegenstrijdige waarderingen opriep, bereikte Mulisch een hoogtepunt in zijn autobiografische roman: Voer voor psychologen [1961]. |
|