Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd219. Andere humoristenaant.Het humoristische genre geniet sinds de bevrijding een grote populariteit. Tegelijk bloeit het Nederlandse cabaret, met een uitzonderlijke figuur als wim kan [geb. 1911]. Humoristisch proza is o.a. afkomstig van godfried bomans [geb. 1913], die veel succes had met zijn sprookjesachtige verhaal Erik [1939] en met weemoedig-grappige novellen, reportages en overpeinzingen, gebundeld als Sprookjes [1946] en Capriolen [1953]. Merkwaardige diernovellen, zeer persoonlijk van visie en stijl, schreef a. koolhaas [geb. 1912], o.a. Er zit geen spek in de val [1958] en Een gat in het plafond [1960]. jac. van der ster [geb. 1909] schreef behalve de gevoelige oorlogsnovelle Niemand begrijpt het [1946] o.a. de humoristische bundel Bij ons in het dorp en schiep in de figuur van Oubol een naneefje van Batavus Droogstoppel: Jij en ik en wij allemaal [1953]. annie m.g. schmidt [geb. 1911] is vooral populair geworden door haar radio- en televisie-spelen. Méer dan haar proza-schetsen Impressies van een simpele ziel [1951, 1952; 1953] hebben haar kinderversjes en -verhalen ook voor volwassenen een grote | |
[pagina 249]
| |
bekoring: Het schaap Veronica [1951]; De lapjeskat [1954]. kees stip [geb. 1913], poëtisch parodist, is de auteur van de vermakelijke repliek op Bunings ‘Maria Lecina’ nl. Dieuwertje Diekema [1944]; later volgden de geestige Vijf variaties op een misverstand [1950] en de Ballade van de honderd vrijers. j.j. klant [geb. 1915] publiceerde het ironische verhaal: De geboorte van Jan Klaassen [1946]. ferdinand langen [geb. 1917] als dichter begonnen, ontwikkelde zich tot humoristisch prozaïst: Mijn oom Peter [1950]. c. buddingh' [geb. 1918] maakte nog tijdens de oorlog naam met zijn dwaze, clandestien gedrukte Gorgelrijmen, later herdrukt in de bloemlezing De lichte muze [1956]. |
|