Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 248]
| |
218. Simon Carmiggelt [geb. 1913]aant.Onder de talrijke auteurs van humoristisch proza neemt Carmiggelt een bijzondere plaats in, door de eenvoud van zijn stijl en de weldadige menselijkheid van zijn motieven. Zijn korte schetsen, gepubliceerd onder de schuilnaam kronkel, hebben vaak de onverhoedse grilligheden van kinderen of van huisdieren tot onderwerp, en nog vaker de tekortkomingen en onhandigheden van de auteur zelf. Juist in dit verhaal-type, dat de lezer glimlachend troost over zijn eigen talrijke tekorten, is Carmiggelt een meesterlijk psycholoog. Zijn door en door Hollandse taalgebruik werkt minder met opzettelijk valse beeldspraak, zoals Henriëtte van Eyk, dan wel met fijnzinnige verschuivingen in de sociale status van de woorden, zodat plechtige termen opeens plat, en huiselijke uitdrukkingen verheven klinken. Van zijn talrijke publikaties noemen wij de verzamelbundels Omnibus [1951] en Kwartet [1956], en voorts Haasje over [1957]. Zijn ironische en soms zwaarmoedige gedichten werden uitgegeven als ‘Het jammerhout door Karel Bralleput’ [1948] en Duiven melken [1955]. |
|