217. Andere dichters en prozaisten
Tot de leeftijdsgroep van hen die tussen 1910 en 1920 geboren zijn, behoren nog verscheidene auteurs wier werk, in poëzie of proza, waardering vond.
koos schuur [geb. 1915], lange tijd woonachtig in Australië, bundelde zijn poëzie als Herfst, hoos en hagel [1946].
a. marja [schuilnaam van a.th. mooij, 1917-1964], publiceerde gedichten waarin een sterke sociale bewogenheid zich uit in eenvoudige taal: Omneveld havenlicht [1939]. In de verzamelbundel Van mens tot mens [1948] en in latere kleine bundels als Confidentieel [1952], Traject [1955] en Man van dag en nacht [1956] streefde hij naar volstrekte openhartigheid. Zijn roman Snippers op de rivier [1941] getuigde van opmerkelijk talent.
max dendermonde [schuilnaam van h. hazelhoff, geb. 1919] schreef een reeks treffende gedichten Eiland van Circe [1948], vol spanning tussen ziel en zinnen. Met zijn romans in vlotte, journalistieke trant De wereld gaat aan vlijt ten onder [1954] en De dagen zijn geteld [1955] bereikte hij een groot publiek.
Een aangrijpend verhaal van ouderdom en vereenzaming in een tehuis publiceerde jacoba van velde [geb. 1913] in haar eerste boek De grote zaal (1953). Later werk stelde teleur.
piet van aken [geb. 1920] schreef in rustige, bijna klassieke stijl enige verhalen, waarin landschap en volksaard belangrijke factoren zijn: De falende God [1942], Het hart en de klok [1944]. Merkwaardig, ook van bouw, is de liefdesroman De duivel vaart in ons [1946]. Spannende oorlogservaringen en de moeilijkheden van nieuwe aanpassing in het na-oorlogse België, zijn verwerkt in Alleen de doden ontkomen [1947]. In 1952 verscheen zijn sociale roman Het begeren; in 1962 De verraders.
hubert lampo [geb. 1920], journalist en redactie-secretaris van het Nieuw Vlaams Tijdschrift, verwierf bekendheid met zijn intelligente psychologische roman uit de universitaire kringen in Brussel: Hélène Defraye [1945]. Zijn tweede omvangrijke boek: De ruiter op de wolken [1949] behandelt een verbroken liefdesverhouding, maar is tevens een oorlogsroman. In de tijd van Jeanne d'Arc speelt De duivel en de maagd [1955]. Later werk neigt naar het magisch realisme: De komst van Joachim Stiller [1960].