Schets van de Nederlandse letterkunde

211. Johan Daisne [schuilnaam van Herman Thiery, geb. 1912]aant.

Levensloop: Geboren te Gent. Doctor in de economie. Bibliothecaris in zijn geboortestad.

Johan Daisne streeft naar een synthese van werkelijkheidsbeschrijving en diepzinnige verbeelding: ‘magisch realisme’. Hij vestigde zijn naam als fantasierijk romanschrijver met De trap van steen en wolken [1942] en overtrof dit boek nog met het aangrijpende werk De man die zijn haar kort liet knippen [1947]: een driedelig verhaal, waarvan het eerste, idyllische gedeelte een onuitgesproken jeugdliefde beschrijft, het tweede, fel-realistische gedeelte een gerechtelijke lijkschouwing, en het derde, psychologische gedeelte de hallucinaties van de hoofdpersoon die zich inbeeldt zijn vroegere geliefde te hebben vermoord. In zijn derde roman Lago maggiore [1957] heeft Daisne een optimistischer geluid doen horen, maar in dit blij-eindende dubbel-verhaal van een half mislukt mannenleven en een half mislukt vrouwenleven is de verbinding van realiteit en fantasie niet geheel geslaagd. Ook als novellist en dichter heeft Daisne opmerkelijke kwaliteiten: De nacht komt gauw genoeg [1961]. Zijn kritische belangstelling gaat uit naar de film. Daarvan getuigt ook zijn bekroonde roman: De neusvleugel der Muze [1959]. Zijn toneelstuk Het zwaard van Tristan werd eveneens bekroond.